Tijd van illusies: kanttekeningen en bronnen - Chili


De oorspronkelijke tekst van Tijd van illusies moest ik vanwege de omvang drastisch inkorten. Daardoor zijn bijna alle voetnoten gesneuveld. Maar ze zijn niet begraven: hieronder staan de noten bij het hoofdstuk over Chili:


1971-1973 CHILI: DE ONMOGELIJKE REVOLUTIE


pag. 32 - 77


pag. 32 Derde wereld, tegenwoordig Mondiaal Zuiden genoemd, was de term waarmee in de tijd van de Eerste Koude Oorlog de onderontwikkelde landen werden aangeduid. De Eerste wereld bestond uit de Verenigde Staten en hun bondgenoten, de tweede wereld uit de Sovjet-Unie en haar bondgenoten.
pag. 32 Anton Constandse (1899-1985): een bibliografie van zijn werk staat hier. Zie ook het artikel van Max Arian, ‘Anton Constandse’, De Groene Amsterdammer, 4 mei 1994 en ‘Een ode aan vrijdenker Anton Constandse’, OVT, VPRO, 26 maart 2023.
pag. 33 Maria Snethlage heeft haar archief geschonken aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis.
pag. 33 Vier geleerde artikelen: ze werden gepubliceerd in Vigiliae Christianae, Vol. 25, No. 1, maart 1971.
pag. 33 De Collection Budé omvat ruim achthonderd boeken met de tekstkritische uitgave en Franse vertaling van Griekse en Latijnse auteurs. De humanist Guillaume Budé (1467-1540) was een van de grondleggers van het Collège de France en de Bibliothèque Nationale de France.
pag. 33-34 Interview van Boudewijn Büch met prof. J.H. Waszink, Mare, 4 juni 1981.
pag. 35 Abbé Pierre (1912-2007) werd in 2005 uitgeroepen tot de op twee na grootste Fransman aller tijden, na generaal De Gaulle en Louis Pasteur. In 2024 werden oude beschuldigingen dat hij een serieverkrachter was geweest, volop bevestigd.
pag. 35 Sloppenwijken in Latijns-Amerika: slums hebben in de verschillende Latijns-Amerikaanse landen verschillende namen. In Chili heten ze paddestoelenwijken, in Argentinië ellendewijken of nooddorpen, in Mexico verloren steden, in Peru jonge dorpen, in Uruguay cantegriles (ironisch genoemd naar Cantegril, een van de rijkste wijken van de luxe badplaats Punta del Este), in Midden-Amerika tugurios (hutten), in Brazilië favelas. Favela is de enige benaming die geen eufemisme is en geen negatieve klank heeft. Het woord is afkomstig van Rio’s eerste informele wijk, de Morro da favela (Favelaheuvel). Deze werd eind negentiende eeuw gesticht door soldaten die terugkeerden van de Canudos-oorlog in het noordoosten, de bloedigste van alle Braziliaanse burgeroorlogen (in romanvorm meesterlijk beschreven door Mario Vargas Llosa in De oorlog van het einde van de wereld). De minister van Oorlog had de soldaten als beloning land beloofd, maar kwam zijn belofte niet na. Daarop bezetten de afgedankte soldaten een heuvel in Rio en bouwden er hun onderkomens. Ze noemden de heuvel naar een in Canudos veel voorkomende plant, de favela. Een stereotypering van de krottenwijken wil dat het smerige oorden zijn van abjecte armoede en uitzichtloosheid en nesten van (drugs)criminaliteit. Maar ze worden vaak ook gekenmerkt door een grote saamhorigheid en bruisende activiteit. De verwaarlozing door de overheid heeft de onderlinge solidariteit sterk gestimuleerd. De grootste achterstandswijk waar ik ooit geweest ben, is geen wijk maar de miljoenenstad Nezahualcóyotl aan de rand van Mexico-Stad. De meest deprimerende slums die ik heb gezien, waren krotten op palen in brak zeewater in de Colombiaanse stad Cartagena eb de ‘jonge dorpen’ van Lima. Deze vormen eindeloze geelgrauwe rafelranden, nauwelijks te onderscheiden van de woestijn waarop ze gedrapeerd liggen en van het vochtige wolkendek dat erboven hangt.
pag. 35 Voddenrapers van Emmaus (in het Spaans: Traperos de Emaús): deze organisatie bestaat nog steeds in Chili.
pag. 36 'Democratische staatsgreep': over staatsgrepen die de bedoeling hebben de democratie te herstellen gaat het boek van Ozan Varol, The Democratic Coup d’État (Oxford: Oxford University Press, 2017).
pag. 37 De slachting in Iquique in 1907 leeft voort in de aangrijpende cantate Santa María de Iquique van de in Iquique geboren filosoof en componist Luis Advis (1935-2004). In 1925 vielen bij een bloedbad onder stakende salpetermijnwerkers vijfhonderd doden. Negen jaar later werden 477 Mapuche-indianen vermoord vanwege hun protesten tegen de vestiging van buitenlandse kolonisten op hun bosgrond.
pag. 37 El Mercurio: in Latijns-Amerika speelden kranten een grote politieke rol. Hoofdredacteuren waren vaak leden van rijke politieke families. Het hoofdredacteurschap kon dienen als een springplank naar het presidentschap. Niet zelden was het hoofdredacteurschap erfelijk. Later werden ook tv-kanalen politieke bastions van machtige families. Hun grote voorbeeld werd de man die als geen ander zijn mediamacht politiek wist uit te buiten: de Italiaanse magnaat Silvio Berlusconi.
pag. 37 ‘We will not let Chile go down the drain’: na die woorden van Kissinger gaf president Nixon aan CIA-directeur Richard Helms instructies ‘om Chili te redden’. Dat moest gebeuren door het uitlokken van een militaire staatsgreep voordat Allende zou aantreden. ‘Laat de economie kermen’, beval Nixon. ‘Fulltime klus, gebruik onze beste mannen.’ Zie The Coup in Chile: What Did Nixon Know and When Did He Know it?, National Security Archive. Over de Amerikaanse rol in het Chili van Allende en Pinochet zie het boek van Peter Kornbluh, The Pinochet File: A Declassified Dossier on Atrocity and Accountability (New York, NY: The New Press, 2003). Voor de laatste vrijgegeven documenten zie het artikel ‘Fifty years on: the lasting tragedy of Chile’s coup’, The Observer, 3 september 2023, en Lucia Newman, ‘Vijftig jaar na de coup in Chili gaat de zoektocht naar de waarheid door’, Al Jazeera, 6 september 2023. Over de rol van Kissinger in Chili zie Pascale Bonnefoy, ‘Llueve sobre Kissinger’ (‘Het regent boven Kissinger’), Le Monde Diplomatique, Chileense editie, oktober 2001.
pag. 38 De oorlogsmisdaden waarvan Kissinger is beschuldigd betreffen, behalve zijn rol in de staatsgreep van Pinochet, onder meer het nodeloos rekken van de Vietnamoorlog, de bombardementen op Cambodja (1969-1973), de genocide in Oost-Pakistan/Bangladesh (1971), de Indonesische invasie in Oost-Timor (1975) en het ontketenenvan de Vuile Oorlog in Argentinië (1976).
pag. 39 De honderden Amerikaanse staatsgrepen, militaire invasies en andere interventies in Latijns-Amerika: een lange lijst van Amerikaanse inmengingsacties in Latijns-Amerika sinds 1890 staat hier. De interventies tijdens de Eerste Koude Oorlog speelden zich zowel achter als voor de schermen af: politieke, militaire, logistieke en/of financiële steun aan Latijns-Amerikaanse coupplegers, maar ook rechtstreekse Amerikaanse militaire invasies. In de regel bleef het internationale protest beperkt. Hetzelfde gold voor het andere kamp: als Moskou in zijn eigen achtertuin orde op zaken stelde, dan had het Westen daar na plichtmatige protesten vrede mee. Zie de invasies in Hongarije (1956), Tsjecho-Slowakije (1968) en Afghanistan (1979).
pag. 39 De trumandoctrine: de meest zichtbare toepassing van die geopolitieke leer was de Amerikaanse steun aan het furieus anticommunistische Griekse kolonelsbewind (1967-1974).
pag. 40 Daardoor ging het leerstuk van Monroe dienen als wapen in de strijd tegen het communisme: de geest van Monroe waarde ook rond in de Eisenhower-doctrine uit 1957, waarin Amerika zich uitriep tot politieman van het Midden-Oosten, en in de Reagan-doctrine uit 1983 over de bewapening van anticommunistische ‘vrijheidsstrijders’ in Azië, Afrika en Latijns-Amerika, met name de Nicaraguaanse contra’s. Na de ontbinding van de Sovjet-Unie begon de Monroe-doctrine te gelden voor de hele wereld.
pag. 40 Het [communisme] begon daar waar robuust rechts ophield: dit simplisme raakte in de 21ste eeuw opnieuw in zwang door toedoen van extreemrechtse leiders als Donald Trump, Jair Bolsonaro en Benjamin Netanyahu. Ook voor Silvio Berlusconi begon het communisme daar waar het centrum naar links begon te hellen.
pag. 40 Deze (...) leer zou de leidende ideologie worden: over de Nationale-Veiligheidsdoctrine en haar toepassing heb ik vrij veel geschreven. Het naar mijn idee duidelijkste artikel is ‘De donkere decennia van Latijns-Amerika’, De Groene Amsterdammer, 1 november 2003.
pag. 41 De leer van de nationale veiligheid was de ideologische rechtvaardiging voor (...) het vestigen van een totalitaire dictatuur: de dictatoriale regimes vergaten graag dat de nationale onafhankelijkheid te danken was aan vrijheidsstrijders en dat niet veiligheid maar vrijheid hun hoogste goed was. Het idee vrijheid komt terug in het volkslied van alle landen van Zuid-Amerika. Chilenen die hun afkeer van Pinochet wilden laten blijken legden bij het zingen van het volkslied extra nadruk op de versregel 'un asilo contra la opresión', een vrijplaats tegen de onderdrukking. Het militaire regime van Uruguay bepaalde per decreet dat de regel in het volkslied met de kreet 'Tiranos ¡temblad!' (Beeft, tirannen!) zachtjes moest worden gezongen. In China wordt de eerste regel van het volkslied (‘Sta op! Wij die weigeren slaven te zijn!’) op de sociale media vaak getroffen door de censuur. Soms dient het communistische strijdlied bij uitstek, de Internationale (‘Ontwaakt, verworpenen der aarde’), als een politiek protest.
pag. 41 Dictatuur als wegbereider van democratie? Volgens Henry Kissinger, een overtuigd aanhanger van de leer van de Nationale Veiligheid, was het grote voordeel van rechtse autocratieën boven linkse dat rechtse dictaturen konden evolueren tot democratie, en linkse nooit. Dit onderscheid werd nader uitgewerkt in de Kirkpatrick-doctrine, genoemd naar Jeane Kirkpatrick, Amerikaans ambassadeur bij de VN gedurende de eerste termijn van president Reagan (1981-1985). Volgens haar waren de communistische dictaturen totalitair en de westerse dictaturen ‘slechts’ autocratisch en minder repressief. Deze laatste konden zich, geïnspireerd door het lichtende voorbeeld van de Verenigde Staten, bekeren tot de democratie. Dit theorema rechtvaardigde de steun van Washington aan pro-Amerikaanse dictaturen in Latijns-Amerika en elders.
pag 41 Traditie, Familie en Eigendom: onder de Portugese naam Sociedade Brasileira de Defesa da Tradição, Família e Propriedad (TFP) werd deze organisatie in 1960 opgericht door Plinio Corrêa de Oliveira, die de beweging leidde tot zijn dood in 1995. Zijn volgelingen zagen hem als de reïncarnatie van de profeet Elias. Volgens de TFP-theocraten is het onheil in de wereld begonnen met de reformatie en heeft de katholieke kerk zich in het Tweede Vaticaans Concilie uitgeleverd aan de duivel. Paus Paulus VI gold als een socialist. In Brazilië voerde de organisatie fel campagne tegen generaal Golbery do Couto e Silva, de ideoloog van de anticommunistische leer van de Nationale Veiligheid, omdat hij te tolerant zou zijn tegenover het communisme. De TFP kreeg vestigingen in zeven Latijns-Amerikaanse landen. Haar Chileense filiaal zag in de timide landhervorming van de christendemocratische president Eduardo Frei een ‘duivelse onderneming van het internationale communisme’ en in Frei een wegbereider van de ‘marxistische Allende-terreur’. Meer hierover in mijn artikel ‘Braziliaanse beweging wil wereld zuiveren’, de Volkskrant, 10 juni 1975. In 1974 kreeg de TFP in Parijs haar eerste Europese vestiging. Ze heeft sterk geprofiteerd van de opkomst van extreemrechtse bewegingen in Europa, die overal cultuurmarxisme en verkwanseling van de westerse waarden en tradities menen te ontdekken. De in 2014 opgerichte Nederlandse organisatie Civitas Christiana is een loot aan de TFP-stam. Ze zoekt aanhangers door te ageren tegen abortus, homoseksualiteit, pedofilie, de islam, ‘klimaatgekte’, vermeende linkse indoctrinatie in het onderwijs en alle andere vermeende bewijzen dat het godloze communisme zich diep in de samenleving heeft geïnfiltreerd.
pag. 41 Het telegram waarin president Johnson de [Braziliaanse] putschisten gelukwenste: over de diepe Amerikaanse betrokkenheid bij de coup van 1964 in Brazilië klik hier en hier.
pag. 42 De School of the Americas: dit militaire instituut werd in 1946 gevestigd in Fort Gulick de Amerikaanse Kanaalzone in Panama en in 1984 overgeplaatst naar Fort Benning in de Amerikaanse staat Georgia. Tegenwoordig draagt deze ‘dictatorenfabriek’ de nette naam Western Hemisphere Institute for Security Cooperation. Onder de oud-leerlingen waren de dictatoren Jorge Rafael Videla, Emilio Massera, Roberto Viola en Leopoldo Galtieri van Argentinië, Hugo Banzer van Bolivia, Óscar Mejía Víctores van El Salvador en Manuel Noriega van Panama. Ook veel leden van Pinochets geheime politie DINA hebben aan de School of the Americas 'gestudeerd', evenals tientallen staatsterroristen van Bolivia, Colombia en El Salvador, onder wie de verantwoordelijken voor de grote bloedbaden en voor de moord op aartsbisschop Romero en de vier Nederlandse journalisten. Het Salvadoraanse elitebataljon Atlácatl, dat gespecialiseerd was in slachtingen, werd in 1980 op de School of the Americas opgericht.
pag. 44 De VS stelden een economische blokkade tegen Cuba in: de economische blokkade tegen Cuba is inmiddels verreweg de oudste Amerikaanse dwangmaatregel in de geschiedenis. Sinds 1992 eist de Algemene Vergadering van de VN elk jaar dat de blokkade wordt opgeheven, elk jaar tevergeefs. Maar ook het embargo zelf is vergeefs gebleken, want het belangrijkste doel is niet bereikt: de val of de overgave van het castristische bewind.
pag. 44 De weigering van een Russische officier om op de fatale rode knop te drukken: Vasily Arkhipov was eerste officier van een met atoomwapens uitgeruste Russische onderzeeër die tijdens de Cubaanse rakettencrisis in oktober 1962 in wateren bij Cuba patrouilleerde. Toen Amerikaanse oorlogsschepen dieptebommen lanceerden, dacht de bemanning van de onderzeeër dat de Derde Wereldoorlog was uitgebroken. Communicatie met Moskou was op dat moment onmogelijk. De beslissing om een atoomtorpedo af te schieten, moest unaniem worden genomen door de kapitein, de politieke officier en de eerste officier. De eerste twee stemden voor, Arkhipov sprak zijn veto uit - waarmee hij vermoedelijk een wereldbrand voorkwam. Zie het artikel '60 years ago today, this man stopped the Cuban missile crisis from going nuclear', Vox, 27 oktober 2022.
pag. 45 Het omslagverhaal van Time: klik hier.
pag. 45 De vrijgegeven documenten (...) over de door Kissinger geleide samenzwering tegen Chili: zie Peter Kornbluh (ed.), Kissinger and Chile: the declassified record, National Security Archive Electronic Briefing Book No. 437 (2013) en Lubna Z. Qureshi, Nixon, Kissinger, and Allende: U.S. Involvement in the 1973 Coup in Chile (Lanham, MD: Lexington Books, 2009).
pag. 47 Paaseiland: het eilandje, verloren in de Grote Oceaan, heet zo omdat de Hollandse admiraal Jacob Roggeveen het 'ontdekte' op Paaszaterdag 1722; de Paaseilanders zelf noemden hun eiland Te Pito o te Henua (De Navel van de Wereld), en later Rapa Nui (Grote Rots).We genoten van de spannende verhalen over het verleden van het mysterieuze eiland, en van de, ondanks de geringe omvang, bijzonder gevarieerde landschappen. De Paaseilanders zagen de Chilenen van het vasteland niet als hun landgenoten maar als hun onderdrukkers en uitbuiters: vol verachting konden ze een 'continentale' Chileen toeroepen 'Chileno, roto, come tus porotos': Chileen, armoedzaaier, eet jij je bonen maar.
pag. 47 De nakomelingen van Duitse immigranten: de grote Duitse immigratie in Zuid-Chili was aan het eind van de negentiende eeuw. De nieuwkomers brachten de Duitse keuken mee. waardoor 'kuchen' het Chileense woord werd voor vruchtengebakje.
pag. 47 Vluchtelingen uit andere Latijns-Amerikaanse landen: een groep jonge Brazilianen vroeg eens of ze in ons huis een vergadering mochten houden. Dat mocht. Ze behoorden tot een groep van zeventig politieke gevangen die begin 1971 waren vrijgelaten en verbannen naar Chili, in ruil voor de vrijlating van de ontvoerde Zwitserse ambassadeur in Brazilië. In onze huiskamer bespraken ze in alle ernst plannen om de Braziliaanse dictatuur, die gesteund werd door het machtigste land van de wereld, ten val te brengen. Na afloop vergat een van hen, heel knullig, zijn schriftje met aantekeningen. Die gingen over de fabricage van molotovcocktails. Aan de dictatuur kwam ten slotte een eind, niet door molotovcocktails maar door verkiezingen.
pag. 47 Het geëngageerde Nieuwe Chileense Lied: deze muzikale beweging, die ontstond in de jaren zestig, kwam tot grote bloei tijdens de regering-Allende. Het militaire regime dat in 1973 aan de macht kwam, castreerde de volkscultuur en verbood het Nieuwe Chileense Lied.
pag. 48 Legepannenconcerten [werden] wereldwijd een geliefd protestwapen, tot in China toe: in april 2022 klonk vanuit de open ramen van duizenden flatjes in Shanghai gerammel en gerinkel als protest tegen de verlammende coronalockdown. Legepannenconcerten waren niet de enige politiek-culturele erfenis die de Unidad Popular de wereld heeft nagelaten. Nog altijd worden overal politieke slogans aangeheven en protestliedjes gezongen die teruggaan op de Chileense ‘revolutie in de legaliteit’. Soms worden die linkse leuzen gestolen door rechts. Zo schreeuwden aanhangers van de extreemrechtse Braziliaanse ex-president Jair Bolsonaro in oktober 2022 'O povo unido/ jamais será vencido' (Het verenigde volk zal nooit verslagen worden), om daarmee hun woede te ventileren over de verkiezingsnederlaag van hun held. Het was de letterlijke Portugese vertaling van de slogan die ik vele malen in linkse demonstraties in Chili had gehoord: 'El pueblo unido/ jamás será vencido'. Dit is ook de titel van het beroemdste Chileense protestlied, vertaald in vele talen en gebruikt door protestbewegingen in vele landen.
pag. 48 - Een terroristisch groepje [vermoordde] een christendemocratische oud-minister: De moordenaars van Edmundo Pérez Zújovic waren lid van een piepklein terroristisch groepje dat zich Georganiseerde Voorhoede van het Volk noemde. Het was de enige politieke moord op een lid van de oppositie tijdens de regering-Allende. De groep werd op bevel van Allende ontmanteld.
pag. 48 - In maart 1972 (kon) een militair complot in de kiem worden gesmoord: de leider van deze vrijwel vergeten samenzwering was Arturo Marshall, een majoor buiten dienst die in 1969 al had deelgenomen aan een militair opstandje onder leiding van Roberto Viaux. Verschillende samenzweerders werden gepakt, Marshall vluchtte naar Bolivia.
pag. 49 - Koos was iemand die geen onrecht kon velen: een goed beeld van Koos Koster wordt geschetst in het boek van Paul E. Werkman en Rolf E. van der Woude (red.), Bevlogen theologen: Geëngageerde predikanten in de negentiende en twintigste eeuw (Hilversum: Verloren, 2012). Koos was een broer van de provo Koosje Koster, die in 1966 werd gearresteerd omdat ze op het Spui in Amsterdam krenten uitdeelde.
pag. 49 Koos (...) heeft veel last gehad van de onzinnige beschuldiging dat hij voor de CIA werkte: zelf heb ik in Latijns-Amerika ook eens diezelfde beschuldiging aan mijn broek gekregen – de bron daarvan is me nooit duidelijk geworden – maar omdat niemand die laster geloofde heb ik er geen last van gehad. In de zaak rond de moord op Koos en drie andere Nederlandse journalisten in El Salvador beschuldigde de CIA mij ervan naar het pijpen van de Sovjet-Unie te dansen (zie pag. 212). 
pag. 50 - Aafke Steenhuis en Jan Joost Teunissen: In Nederland was Jan Joost een van de drijvende krachten achter het in 1972 opgerichte Chili Komitee. Tijdens de Eerste Golfoorlog richtten hij en Aafke de Golfgroep op, een informeel debatgezelschap dat de grote wereldproblemen bespreekt en nog altijd bestaat.
pag. 50 - Tientallen Nederlandse journalisten: een van die journalisten, de voormalige Amsterdamse studentenactivist Max Arian, redacteur van De Groene Amsterdammer (zie hier en hier), heeft in de Unctad-tijd in ons huis gewoond als hij niet elders in Chili op reportagereis was. Hij vroeg me medewerker te worden van De Groene. Later hebben we met Max en Maartje avontuurlijke reizen gemaakt door China, Mongolië en Sicilië. Met hen zal de vriendschap nooit meer overgaan. Ook leerden we Nederlandse topexperts op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken kennen, zoals Gerrit Huizer, een groot kenner van de agrarische problematiek in Latijns-Amerika en Dick Scherpenzeel, de – veel te vroeg overleden – pionier van de Nederlandse journalistiek over ontwikkelingsvraagstukken. In 1975 was ik samen met de latere Volkskrant-hoofdredacteur Harry Lockefeer winnaar was van de eerste Dick Scherpenzeel Prijs voor ontwikkelingsjournalistiek. Minister Jan Pronk van Ontwikkelingssamenwerking reikte ons de prijs uit.
pag. 50-51 Joop den Uyl: zie mijn artikel over Den Uyl: ‘Intens betrokken bij Chili’, Argus, 12 december 2017.
pag. 51  Het speciaal voor de Unctad opgetrokken gebouw: Het Unctadgebouw, dat de regering had gefinancierd met op de zwarte markt gewisselde dollars, ging na de staatsgreep dienen als regeringszetel, in afwachting van de restauratie van het gebombardeerde presidentiële Moneda-paleis. In 2006 werd het gebouw voor een groot deel door brand verwoest.
pag. 52 Het interview [met Allende, gemaakt door Koos Koster en mijzelf] werd wel gepubliceerd: 'Allende heeft vertrouwen in de toekomst', NRC Handelsblad, 9 september 1972. Het verscheen ook in het boek NRC Handelsblad 1970|1980: Een bloemlezing uit de eerste 10 jaar (Amsterdam: De Bezige Bij, 1980).
pag. 53 ‘Tot op het laatst heeft die klootzak op mij vertrouwd’: op 9 september vroeg Allende aan Pinochet een plan uit te werken om een eventuele staatsgreep de kop in te drukken. Pinochet beloofde dat hij de dag daarop zo’n plan klaar zou hebben. Hier een een foto van Pinochet met Allende, en hier een van Pinochet met Fidel Castro..
pag. 53 Daar maakten we de laatste dagen van de patroonsstaking mee: in een vergelijkend onderzoek naar de aandacht van de Nederlandse pers voor de patroonsstaking werd geconstateerd dat NRC Handelsblad pas tegen het eind van de staking volop uitpakte – alsof daar beleid achter had gezeten, terwijl de enige reden de tijdelijke afwezigheid van de correspondent was.
pag. 54 Over dit hallucinerende avontuur zijn (...) boeken, films, televisiedocumentaires en toneelstukken gemaakt: zie bijvoorbeeld Piers Paul Read, Alive: The Story of the Andes Survivors (New York, NY: Avon, 2002).
pag. 54 - Aan niet-politieke onderwerpen kwam ik nauweljks toe: de dramatische politieke situatie in Latijns-Amerika eiste zo veel aandacht op, dat ik tijdens mijn reizen veel te weinig toekwam aan ‘lichtere’ onderwerpen. Wel heb ik de grote bouwwerken en steden van Azteken, Olmeken, Maya’s en Inca’s bezocht en heb ik het onwaarschijnlijk hooggelegen Titicacameer en de adembenemende watervallen van Iguazú bewonderd. Maar de Amazone ben ik nooit afgezakt, in de Galápagoseilanden ben ik nooit geweest en het zuidelijkste puntje van Zuid-Amerika heb ik nooit gezien.
pag. 54 De parlementsverkiezingen van maart 1973: met deze verkiezingen begint de driedelige documentaire La batalla de Chile (The Battle of Chile, 1975-1979) van de Chileense cineast Patricio Guzmán. De film is een klassiek document over de regering van de Unidad Popular, de rechtse samenzwering en de staatsgreep.
pag. 54-55 Colonia Dignidad: deze pseudoreligieuze gemeenschap van Duitsers en Chilenen in de bergen ten zuidoosten van Santiago vormde een staat in staat in de staat.
pag. 55  Josef Mengele: de ‘engel des doods’ van Auschwitz zou ook gesignaleerd zijn in de beruchte strafgevangenis Libertad (Vrijheid) in Uruguay, niet als een politieke gevangene maar als adviseur van de directie. De voormalige kamparts werkte in Buenos Aires in illegale abortusklinieken. In 1959 week hij uit naar het Paraguay van dictator Stroessner, en vandaar naar Brazilië, waar hij in 1979 overleed..
Josef Mengele was een van de vele Duitse oorlogsmisdadigers die na de oorlog ontsnapten naar Latijns-Amerika, vooral Argentinië, Chili, Brazilië, Paraguay en Bolivia. Ze hadden daarbij hulp van het nazinetwerk ODESSA, het Vaticaan of de Verenigde Staten. De Argentijnse president Perón was bijzonder gastvrij voor voortvluchtige nazicriminelen. Nazi-jager Simon Wiesenthal wist waarom: Perón zou van een naziorganisatie vijfhonderd miljoen dollar hebben gekregen in ruil voor 7500 Argentijnse identiteitsbewijzen. De dollars waren even vals als de ID’s.
De beruchtste van de gevluchte nazimisdadiger was Holocaustorganisator Adolf Eichmann. Deze werd in 1960 door een Israëlisch commando in Buenos Aires ontvoerd. Na een proces in Israël werd hij in 1962 opgehangen.
De naar Chili gevluchte gewezen SS-generaal Walter Rauff, uitvinder van de gaswagen, de voorloper van de gaskamer, werd na de staatsgreep tegen Allende naar verluidt adviseur van Pinochets geheime politie DINA. Herhaalde verzoeken van West-Duitsland en Israël om zijn uitlevering werden door Pinochet afgewezen. Op zijn begrafenis werd hem als huldeblijk de Hitlergroet gebracht.
Een andere naar Chili ontsnapte nazi was Michael Kast. Hij bracht zijn ideeën over op al zijn tien kinderen. Een van hen, een leerling van Milton Friedman, was onder Pinochet president van de Centrale Bank en minister van Arbeid. De jongste zoon, José Antonio, was presidentskandidaat in 2021 (zie het hoofdstuk over Chili).
In het dossier ‘De Zwarte Internationale' (de Volkskrant, supplement Het Vervolg, 19 februari 1983) schrijf ik over naar Latijns-Amerika gevluchte nazicriminelen. Als correspondent heb ik echter meer aandacht gehad voor de eigentijdse Latijns-Amerikaanse oorlogsmisdadigers. Ik heb er nooit een van de oude garde kunnen spreken. Maar ik heb wel uitvoerig verslag gedaan van de uitlevering in 1995 door Argentinië van Erich Priebke, voormalig SS-chef van Rome, en van zijn processen in Rome over zijn hoofdrol in het bloedbad in de Ardeatine-groeven (335 doden), symbool van de naziterreur in Italië. Hij stierf in 2013 op honderdjarige leeftijd. De antisemitische Priesterbroederschap Sint Pius X verzorgde zijn begrafenis.
In Bolivia sprak ik met een zakenman, Jimmy Borda, die goed bevriend was met Klaus Barbie, een vroegere Gestapo-chef die bekend stond als de Slager van Lyon en als de folteraar en moordenaar van de Franse verzetsheld Jean Moulin. Frankrijk veroordeelde hem bij verstek ter dood. Borda, de vertegenwoordiger in Bolivia van Fokker, wilde geen kwaad woord horen over die sympathieke Klaus, over wie zo veel leugens werden verteld. Barbie was in 1951 met Amerikaanse hulp uitgeweken naar Bolivia. Daar stelde hij zijn rijke expertise op het gebied van ondervraging, marteling en moord in dienst van de achtereenvolgende militaire dictaturen. Iedereen wist dat hij een goede (zaken)vriend was van de langst regerende dictator, generaal Hugo Banzer (1971-1978), die hem op vertoon van valse documenten de Boliviaanse nationaliteit gaf en een leidende functie in de staatsterreurdiensten. Tijdens het bewind van Banzer werden duizenden mensen gefolterd en vermoord, onder wie drie mogelijke rivalen die hem van de troon hadden kunnen stoten. Behalve als staatsterrorist was Barbie in Bolivia ook zeer actief als cocaïne- en wapenhandelaar. Een van zijn medewerkers was Friedrich Schwend, een naar Peru uitgeweken SS-officier die tijdens de oorlog op grote schaal Britse ponden vervalste om de Engelse economie kapot te maken. In 1972 werd Barbie opgespoord door de nazi-jagers Beate en Serge Klarsfeld. Frankrijk bood Bolivia zes Mirage-gevechtsvliegtuigen aan in ruil voor de uitlevering van Barbie. Maar Barbie bleef in Bolivia en de Mirages bleven in Frankrijk, want de Slager had in Bolivia machtige militaire zakenvrienden. Een van hen was de (tot nu toe) laatste Boliviaanse dictator, generaal Guido Vildoso. Een paar uur na zijn ambtsaanvaarding ontving hij Barbie in particuliere audiëntie . Pas in 1983, kort na het herstel van de Boliviaanse democratie, werd Barbie gearresteerd en uitgeleverd aan Frankrijk. Daar werd hij in 1987 alsnog tot levenslang veroordeeld. Zes jaar eerder was in Frankrijk de doodstraf – executie door de guillotine – afgeschaft. Dat was te danken aan de minister van Justitie, Robert Badinter, wiens vader door Barbie naar een nazi-uitroeiingskamp was gestuurd.
pag. 55 De Nederlandse ambassadeur: ambassadeur Goedhart gaf me voor die berichtgeving later een stevige schrobbering, waarover verderop in dit hoofdstuk meer. Toen ik me na de coup van Pinochet vestigde in Argentinië waarschuwde zijn collega in Buenos Aires de Nederlandse kolonie voor mijn komst, omdat ik erop uit zou zijn het Nederlandse bedrijfsleven zwart te maken. Hij verbood het ambassadepersoneel contact met me te hebben. Een van hen, Coen Stork, lapte dat verbod aan zijn laars. Als straf liep hij een ambtelijke promotie mis.
pag. 55 Het werd een moordpartij: over dit bloedbad van Ezeiza meer in het hoofdstuk over Argentinië.
pag. 56 Roberto Souper: na zijn gemankeerde putsch werd hij gearresteerd, maar direct na de coup van Pinochet kwam hij vrij en werd hij gedetacheerd bij de inlichtingendienst. Veel later werd hij aangeklaagd voor de moord op de zanger Víctor Jara in het Nationale Stadion. Hij overleed voordat het tot een veroordeling kon komen.
pag. 56 Leonardo Henrichsen: klik hier voor de video waarop te zien is dat Henrichsen zijn eigen dood filmt.
pag. 56 État de siège: deze film, met Yves Montand in de hoofdrol, gaat over de ontvoering en executie in 1970 van de CIA-agent Dan Mitrione door de Uruguayaanse guerrillabeweging Tupamaros. Mitrione bracht de politie van Uruguay zijn expertise bij: foltering. Klik hier voor de locaties van de opnames in Chili.
pag. 57 Opperbevelhebber Prats [had] zijn mannen niet meer onder controle: Prats’ positie als legerleider begon te wankelen na een incident in juni 1973. Hij zat in zijn dienstauto in een verkeersopstopping en werd herkend door inzittenden van andere auto’s, die met obscene gebaren en beledigingen duidelijk maakten wat ze van hem dachten. Prats verloor zijn zelfbeheersing en schoot op een van de auto’s, bestuurd door een als man uitziende dame. Niemand werd geraakt, behalve Prats’ reputatie.
pag. 57 Een militaire staatsgreep zou worden gevolgd door verkiezingen, waarvan de meest waarschijnlijke winnaar oud-president Eduardo Frei zou zijn: pas nadat Pinochet zichzelf tot president had uitgeroepen en duidelijk had gemaakt dat hij er niet over peinsde om verkiezingen uit te schrijven, begreep Frei dat hij op het verkeerde paard had gewed. Hij werd een fel criticus van het regime waarvan hijzelf een van de verloskundigen was geweest. In 1982 overleed hij na een operatie, volgens een rechter door vergiftiging.
pag. 58 Bij ‘11 september’ denk ik nog altijd in de eerste plaats aan de dag van de coup van Pinochet: over onze belevenissen op 11 september 1973 en de dagen daarna heb ik geschreven in mijn boek Latijns-Amerika tussen de regels, pag. 21-28. Zie ook het artikel van Harm Ede Botje en Anne-Lot Hoek, ‘De coup en de ambassadeur’, Vrij Nederland, 7 september 2013.
pag. 58 Pinochet biedt Allende een vrijgeleide aan als hij zich overgeeft: als Allende in het hem door Pinochet aangeboden vliegtuig zou zijn gevlucht, zou hij zijn dood tegemoet zijn gevlogen. Pinochet had het zelf tegen een medesamenzweerder gezegd: ’En als hij in de lucht is, stort het vliegtuig neer.’ Zie ‘Chili en de dood van Allende’, programma Andere tijden, VPRO, 9 september 2003.
pag. 59 Dit waren mijn laatste woorden: Allende's laatste toespraak is hier te horen. De militaire leiders die hem verrieden vormden een een junta, die met tussentijdse wijzigingen in haar samenstelling aanbleef tot 1990.
pag. 59 Het vijandelijke doel is het presidentiële paleis: president Allende had zich met een groep getrouwen verschanst in de Moneda. Toen hij begreep dat het einde nabij was, beval hij de vrouwen die bij hem waren een goed heenkomen te zoeken. Even later werd het paleis door de luchtmacht gebombardeerd.
pag. 59 Een gehelmde Allende [gaat] (...) met zijn lijfwachten het dak op: de fotograaf Orlando Lagos heeft het moment vastgelegd dat Allende gewapend naar buiten komt. Zijn foto werd uitgeroepen tot World Press Photo 1974.
pag. 59 Allende heefft zich met de kalasjnikov door het hoofd geschoten: lange tijd heeft men aangenomen dat Allende door binnenstormende militairen werd doodgeschoten. Getuigenissen van twee artsen dat hij zichzelf had gedood werden niet geloofd omdat die versie afbreuk zou doen aan zijn heroïsche imago. Na twee autopsies op zijn stoffelijk overschot werd in 2012 definitief vastgesteld dat hij zichzelf met een semiautomatisch wapen het leven had benomen. Feiten en fictie over de dood van Allende zijn vermengd in de fascinerende roman van Ariel Dorfman The Suicide Museum (New York: Other Press, 2023).
pag. 59 Ze worden geinterneerd op het ijskoude eiland Dawson: op dat eiland in de Straat van Magellaan moesten ze dwangarbeid verrichten en martelingen ondergaan. De Chileense cineast Miguel Littín maakte een film over hun ervaringen, Dawson Isla 10 (2009), gebaseerd op een boek van een van de gevangenen, Allendes minister van Mijnbouw Sergio Bitar.
pag. 60 Ik ga door op de telex: telex was sinds de jaren dertig van de vorige eeuw een van de meest gebruikte telecommunicatietechnologieën, totdat ze moest wijken voor de fax en ten onder ging aan het internet. Ik was er al als kind mee vertrouwd. Mijn vader werkte namelijk een aantal jaren op de telexdienst van de PTT en nam af en toe afgekeurde telexpapierrollen mee, waar wij opschrijfboekjes van maakten die we huis aan huis verkochten.
pag. 66 Haydée: ‘Los milicos se pasaron’, zei Haydée tegen ons een paar dagen na de coup, ‘de schietmannetjes hebben zichzelf overtroffen’. Ook de MIR had immers niet gerekend op de militaire overkill-reactie. Bij onze vlucht uit Chili hebben we Haydée ons Lelijk Eendje gegeven. Ze ging de clandestiniteit in maar werd begin 1978 gepakt samen met haar moeder en haar zus Eliana. In Villa Grimaldi, het grootste concentratiekamp van de Chileense geheime dienst, werden ze zwaar gemarteld. Haar broer Gregorio is een desaparecido, haar jongere broer Jorge zat negen jaar vast en stierf in 2020 in Brussel. Meer over de tragische lotgevallen van de familie Palma hier, hier en hier.
pag. 66 Germán Cortés: deze voormalige priesterstudent (zie pag. 35) werd op dezelfde dag opgepakt als Haydée en twee dagen later vermoord. Voor die moord werden in 2015 drie leden van Pinochets geheime dienst veroordeeld tot tien jaar.
pag. 60-61 Fotograaf Koen Wessing: Ik heb Koen op veel plaatsen in Latijns-Amerika ontmoet, meestal in dramatische omstandigheden. Over hem heb ik een in memoriam geschreven in De Groene Amsterdammer, 9 februari 2011.
Pag. 61 Uitgaansverbod: ik heb slechts die maak in mijn leven een uitgaansverbod meegemaakt: na de coup in Chili, in de dagen na een staatsgreep in Bolivia en in 2020 tijdens de coronacrisis.
pag. 62 Dertig jaar na de staatsgreep [gaf Pinochets woordvoerder Willoughby] (...) toe dat het ‘Plan Z’ een verzinsel was geweest om de coup te legitimeren: zie het artikel van Ineke Holtwijk, ‘Chili ontzenuwt leugens uit 1973’, de Volkskrant, 10 september 2003. Volgens het fictieve Plan Z had extreem-links de legertop willen liquideren. Wel had de MIR gewapend verzet tegen de coup willen plegen, maar daar kwam nauwelijks wat van terecht. Het beperkte zich tot enkele fabrieken, een krottenwijk in Santiago en sporadische schietpartijen met MIR-militanten. Zie daarover het artikel van George Lawson, ‘Negotiated revolutions: the prospects for radical change in contemporary world politics’, Review of International Studies, 31(3) 2005.
pag. 61 In Buenos Aires heb ik (...) de wrakstukken zien hangen van de auto waarin Prats en zijn vrouw werden opgeblazen: de moordenaar was de Amerikaan Michael Townley, een CIA-agent die tevens lid was van Pinochets geheime politie DINA. Zie Hernán Quezada, The Carlos Prats Case: An Historic Trial. Later pleegde Townley voor de DINA nog twee andere moordaanslagen op Chileense leiders in ballingschap: een mislukte aanslag in Rome op de vooruitstrevende christendemocraat Bernardo Leighton, en een gelukte in Washington op Orlando Letelier en diens Amerikaanse assistente Ronni Moffitt (zie pag. 67).
pag. 62 Dertig jaar na de staatsgreep [gaf Pinochets woordvoerder Willoughby] (...) toe dat het ‘Plan Z’ een verzinsel was geweest om de coup te legitimeren: zie het artikel van Ineke Holtwijk, ‘Chili ontzenuwt leugens uit 1973’, de Volkskrant, 10 september 2003. Volgens het fictieve Plan Z had extreem-links de legertop willen liquideren. Wel had de MIR gewapend verzet tegen de coup willen plegen, maar daar kwam nauwelijks wat van terecht. Het beperkte zich tot enkele fabrieken, een krottenwijk in Santiago en sporadische schietpartijen met MIR-militanten. Zie daarover het artikel van George Lawson, ‘Negotiated revolutions: the prospects for radical change in contemporary world politics’, Review of International Studies, 31(3) 2005.
pag. 62 Charles Horman en Frank Teruggi: de briljante journalist en documentairemaker Charles Horman moest uit de weg worden geruimd omdat hij te veel wist over de Amerikaanse betrokkenheid bij de coup. Hij en Frank Teruggi werden erbij gelapt door een Amerikaanse inlichtingenofficier. Over Hormans verdwijning en dood en de Amerikaanse medeplichtigheid gaat de schokkende film Missing (1982) van Costa-Gavras. De film werd opgenomen in Mexico, waar ik Costa-Gavras aan het werk heb gezien. De Amerikaanse regering protesteerde fel tegen de onthulling van de onomstotelijke feiten. Zie het artikel ‘Chile: U.S. Had Role In “Missing” Killings of Two Americans’, NBC News, 1 juli 2014.
pag. 63 Ad Hoytink: eind september 1973 begeleidde hij een door hem uit het Nationale Stadion bevrijde groep Nederlandse priesters en journalisten, onder wie Koos Koster, op hun reis naar Nederland. Op deze foto neemt hij op Schiphol afscheid van Koster. In 1990 schreef Hoytink, inmiddels ambassadeur in Zwitserland geworden, een emotionele brief naar Patricio Aylwin om hem te feliciteren met zijn ambtsaanvaarding als de eerste democratisch gekozen president sinds Allende. Hij memoreerde dat hij zo’n zevenhonderd Chilenen, onder wie vooraanstaande linkse politici, gastvrijheid in de Nederlandse ambassade mocht bieden. Aylwin antwoordde met een hartelijke brief waarin hij Hoytink bedankte voor zijn buitengewone solidariteit. Beide brieven zijn hier te lezen.
pag. 66 Ariel Dorfman: in Chili maakte hij furore als coauteur, samen met de Belgische socioloog Armand Mattelart, van de Latijns-Amerikaanse bestseller Para leer el Pato Donald, in het Nederlands vertaald als Hoe lees ik Donald Duck (Nijmegen: SUN, 1978). Het boekje is een pamflet tegen het Amerikaanse culturele imperialisme én een afrekening van Dorfman met het Amerika waar hij opgroeide. Na Pinochets staatgreep belandde het op de brandstapel.
pag. 66 Haydée: ‘Los milicos se pasaron’, zei Haydée Palma tegen ons een paar dagen na de coup, ‘de schietmannetjes hebben zichzelf overtroffen’. Ook de MIR had immers niet gerekend op de militaire overkill-reactie. Bij onze vlucht uit Chili hebben we Haydée ons Lelijk Eendje gegeven. Ze ging de clandestiniteit in maar werd begin 1978 gepakt samen met haar moeder en haar zus Eliana. In Villa Grimaldi, het grootste concentratiekamp van de Chileense geheime dienst, werden ze zwaar gemarteld. Meer over de tragische lotgevallen van de familie Palma hier, hier en hier.
pag. 66 Germán Cortés: deze voormalige priesterstudent (zie pag. 35) werd op dezelfde dag opgepakt als Haydée en twee dagen later vermoord. Voor die moord werden in 2015 drie leden van Pinochets geheime dienst veroordeeld tot tien jaar.
pag. 66 Het aantal slachtoffers tijdens Pinochets zeventienjarig bewind: onder de iets meer dan veertigduizend slachtoffers zijn 3065 mensen die zijn vermoord of na hun ontvoering voor altijd zijn verdwenen. Medio 2024 waren van de bijna vijftienhonderd vermisten nog altijd 1162 slachtoffers spoorloos. Pinochet is het archetype geworden van de wrede dictator. De Nederlandse fotograaf Chas Gerretsen heeft hem vereeuwigd in een iconisch geworden foto. 'De geblindeerde ogen achter de foute zonnebril, de snor en mondhoeken bars naar beneden getrokken en de armen onaantastbaar over elkaar geslagen in het smetteloze uniform - alle elementen in deze foto vormen samen de symbolen van de macht van het kwaad. Een regisseur had het niet beter kunnen bedenken', aldus Onno Blom in zijn artikel ‘Chas Gerretsens portret van Pinochet’, Trouw, 6 juni 1997. Zie ook Harmen Bockma, ‘Pinochet was het pronkstuk van de coup’, de Volkskrant, 14 december 2006.
p
ag. 67 De Operación Cóndor: de militaire dictaturen die deelnamen aan deze internationale uitroeiingsoperatie waren die van Chili, Argentinië, Uruguay, Paraguay, Bolivia, Brazilië, in mindere mate, Peru en Ecuador, en zelfs Colombia en Venezuela, de enig overgebleven landen van Spaans- en Portugeestalig Zuid-Amerika met gekozen regeringen. Zie John Dinges, The Condor Years: How Pinochet and His Allies Brought Terrorism to Three Continents (New York, NY: The New Press, 2004). De ideoloog van de Operatie Condor was Henry Kissinger; zie Christopher Hitchens, The Trial of Henry Kissinger (Londen: Verso, 2001). Alle pogingen om hem ter verantwoording te roepen zijn op niets uitgelopen (zie noot 38). In 2019 werden 43 duizend geheime documenten gedeclassificeerd waaruit de intense Amerikaanse betrokkenheid bleek bij de Operatie Condor: zie het artikel van Marcos Lohlé ‘La dictadura argentina contada por los documentos de Estados Unidos’ (‘De Argentijnse dictatuur zoals die naar voren komt uit Amerikaanse documenten’), Anfibia, 1 oktober 2019. Uit die – op veel plaatsen onleesbaar gemaakte – documenten blijkt dat de CIA en door CIA-agenten gevormde particuliere organisaties een leidende rol hebben gespeeld in deze internationale liquidatiecampagne. Ook Frankrijk was betrokken bij de Operatie Condor; zie Ana Bianco, ‘Argentine – Escadrons de la mort : l’École française’, RISAL, 22 oktober 2004. Uit de in 1992 in Paraguay gevonden ‘Archieven van de terreur’ blijkt hoeveel slachtoffers de operatie heeft gemaakt: vijftigduizend mensen werden vermoord, dertigduizend ontvoerd, vierhonderdduizend gevangengezet.
p
ag. 67 Generaal Manuel Contreras: deze officier speelde een hoofdrol in het terroristisch offensief tegen Allende en maakte onder Pinochet snel carrière in het staatsterreurapparaat. Na een bezoek aan het hoofdkwartier van de CIA werd hij ook de centrale figuur van Operatie Condor. De oprichtingsvergadering was in november 1975 in Santiago. Later werd het hoofdkwartier overgebracht naar Buenos Aires. Contreras was de organisator van de moord in Washington in september 1976 op Orlando Letelier. Deze aanslag was bevolen door Pinochet zelf. De CIA wist dat, maar de Amerikaanse regering weigerde er bekendheid aan te geven om de clandestiene democratische oppositie niet in de kaart te spelen. Zie het artikel van John Dinges, ‘A Bombshell on Pinochet's Guilt, Delivered Too Late’, Newsweek, 14 oktober 2015. Contreras’ positie werd op den duur onhoudbaar. Hij dook onder bij zijn vriend Paul Schäfer in de Colonia Dignidad (pag. 54-55). Tegen het eind van zijn leven was het aantal jaren gevangenisstraf waartoe hij veroordeeld was, opgelopen tot boven de vijfhonderd.
pag. 67
 Chili's eigen Beria: KGB-chef maarschalk Lavrenti Beria (1899-1953) nam graag persoonlijk deel aan folteringen en verkrachtte graag zijn slachtoffers.
pag. 67 Orlando Letelier (...) en zijn Amerikaanse assistente werden vermoord in Washington: zie Assassination on Embassy Row van John Dinges en Saul Landau (New York, NY: Pantheon Books, 1980).
pag
. 68 De 'Chicago Boys': zie de gelijknamige documentaire (2015) van Carola Fuentes en Rafael Valdeavellano.
pag.
68 Praktisch alle onteigeningen (...) werden ongedaan gemaakt: de kopermijnen bleven aanvankelijk in staatshanden, want ook de dictatuur kon deze deviezenbron goed gebruiken.
pa
g. 68 De neoliberale vrijemarktbijbel: de term 'neoliberalisme' werd door de Washington Consensus vanaf 1989 wereldwijd verspreid, maar dateerde al van eerder. De Washington Consensus was aanvankelijk de benaming van een eisenpakket van economische en monetaire vrijemarkthervorminge. Ontwikkelingslanden die hun schulden niet meer konden betalen, moesten met dat pakket akkoord  gaan om in aanmerking te komen voor hulp van de Verenigde Staten en de door de VS beheerste financiële instellingen: het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank. De Consensus behelsde tien economische hervormingen, zoals privatisering van staatsbedrijven, ruime toegang voor buitenlandse investeringen, verlaging van de importtarieven, devaluatie en deregulering. Deze vergrootten de sociale kloof en maakte de landen nog afhankelijker van de VS. De term Washington Consensus werd al snel vooral in bredere zin gebruikt, als een vage aanduiding van het zegevierende Amerikaanse neoliberale vrijemarktdenken.
pa
g. 68 Friedman heeft [de terreur nodig was om zijn neoliberale model te laten slagen] weggeredeneerd: op deze onthutsende video wast Friedman zijn handen in onschuld en zwaait hij zijn ‘Chicago Boys’ veel lof toe voor de fantastische manier waarop ze zijn ideeën in Chili in praktijk hebben gebracht.
pa
g. 69 [Hayek] prefereerde een ‘liberale dictator’ boven een ‘democratische regering die gespeend is van liberalisme: In een ingezonden brief in The Times verdedigde Hayek de Chileense junta: ‘Zelfs in het zwaar verguisde Chili heb ik niet één persoon kunnen vinden die niet bevestigt dat de persoonlijke vrijheid onder Pinochet veel groter was dan onder Allende’.
pa
g. 69 ‘Beulen moeten hun bek houden’: deze bizarre episode beschrijf ik in mijn boek Latijns-Amerika tussen de regels, pag. 63.
pa
g. 70 Een Duitse vriend: deze was naar Latijns-Amerika gekomen om, zoals hij eens tegen me zei, de zonden van zijn vader uit te boeten. Zijn vader was SS’er geweest. Hijzelf sympathiseerde aanvankelijk met revolutionaire bewegingen en schreef een boek over de Colonia Dignidad (zie pag.54-55). Hij werkte bij de CEPAL (de Spaans- en Portugeestalige afkorting van Economische Commissie voor Latijns-Amerika en de Caraïben), een van de vijf regionale economische commissies van de VN.
pa
g. 70 Het naamloze graf van Salvador Allende: vlak na het herstel van de democratie in 1990 kreeg Allende een staatsbegrafenis in Santiago. Tien jaar later werd tegenover de gerestaureerde Moneda een groot bronzen standbeeld voor hem opgericht.
pag. 70 Een hinderlaag voor Pinochet: de aanslag, die de codenaam droeg Operación Siglo XX, was het werk van het door Cuba gesteunde Patriottisch Front Manuel Rodríguez. Vijf beveiligers werden gedood, maar Pinochet zelf bleef ongedeerd. Het was de eerste en tegelijk laatste aanslag op Pinochet en ook de laatste gewelddadige verzetsactie tijdens de dictatuur. Het jaar daarop werden twaalf leden van het commando dat de mislukte aanslag had gepleegd vermoord. Volgens het regime ging het om interne afrekeningen of vuurgevechten tussen het leger en de guerrilla, in werkelijkheid waren het standrechtelijke executies. In 2007 kreeg generaal Hugo Salas Wenzel voor deze misdaden levenslang.
pag. 71 Dat einde is wel over vele jaren uitgesmeerd: zie mijn artikel ‘Generaal Pinochet’, De Groene Amsterdammer, 4 maart 1998.
pag. 71 Vanwege het folteren en vermoorden van Spaanse burgers in Chil: Pinochets lichtend voorbeeld was de Spaanse dictator Franco. Hij bracht de Spaanse regering in grote verlegenheid door demonstratief aanwezig te zijn bij diens begrafenis in november 1975. De enige andere buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders die die plechtigheid bijwoonden waren de Boliviaanse dictator Hugo Banzer en de Amerikaanse vicepresident Nelson Rockefeller. Ze waren in gezelschap van Imelda Marcos, de beruchte echtgenote van de dictator van de Filipijnen.
pag. 72 Dat was de vonk in het kruitvat van opgehoopte spanningen over de extreme ongelijkheid: Patricio Guzmán heeft over die opstand een aangrijpende documentaire gemaakt: Mi País Imaginario (Mijn denkbeeldig land), 2022.
pag. 73 De opstelling van de meest vooruitstrevende grondwet van de wereld: zie het artikel van Ariel Dorfman, ‘Progressives Won Chile’s Election. And They Won Big’, The New York Times, 19 mei 2021.
pag. 73 Kast maakte van zijn extreemrechtse hart geen mordkuil: Kast heeft zijn extremistische ideeën van geen vreemde: zie de noot bij pag. 55 Josef Mengele. Als het aan hem had gelegen was Pinochet levenslang aan de macht gebleven en zouden al zijn handlangers amnestie hebben gekregen. Kasts recept voor meer veiligheid: meer repressie en meer gevangenissen. Volgens Kast is president Boric als een radicale communist. Als lid van de club van linkse presidenten in Latijns-Amerika zou hij het subcontinent willen uitleveren aan China. Erger nog, Boric zou van Chili een nieuw Venezuela, Nicaragua of Cuba willen maken.
pag. 73 Xenofoben die panisch waren geworden over de maale komst van vluchtelinegn uit Venezuela en Haiti: Kast wil een kanaal laten graven op de grens met Peru dat de vluchtelingen moest tegenhouden..
pag. 73 Wat kan Boric leren van zijn verre voorganger?: die vraag heb ik besproken in het artikel ‘Een nieuw Chileens experiment: Allende, Boric en de kunst van het mogelijke’, De Groene Amsterdammer, 31 augustus 2022.
pag. 75 Ze was ook te wijten aan Fidel Castro: Kort na Allendes ambtsaanvaarding herstelde Chili de – onder Amerikaanse druk in 1962 verbroken – diplomatieke betrekkingen met Cuba. Over Castro's eindeloze staatsbezoek aan Chili zie deze video.


Naar het hoofdstuk 1973-1976 Argentinië: herinneringen aan de doden




dinsdag 01 oktober 2024