Het zelfbewuste, snel beledigde en agressieve China / Argus


Het zelfbewuste, snel beledigde en agressieve China


JAN VAN DER PUTTEN


De tijd dat de in hun tijd razend populaire boeken van Pearl S. Buck en de Rechter Tie-detectives van Robert van Gulik wat China betreft het rijk praktisch alleen hadden, is lang voorbij. Maar gelukkig zijn beide schrijvers vorig jaar tot leven gewekt: Buck door Bettine Vriesekoop in Het China-gevoel van Pearl S. Buck, een biografie vol persoonlijke betrokkenheid, en de uiterst veelzijdige Van Gulik door regisseur Rob Rombouts in zijn documentaire In het spoor van Robert van Gulik.


Ook het moderne China, met zijn agressieve manier om zaken te doen, politiek te bedrijven en de rest van de wereld naar zijn hand te zetten, is inmiddels doorgedrongen tot de literatuur, vooral in het genre spanning & intrige. Roel Janssen schreef al in 2005 de zeer leerzame thriller Karaktermoord. Ken Follett himself publiceerde vorig jaar de baksteendikke bestseller Never, een politieke thriller waarin de spanningen tussen China en de Verenigde Staten dramatisch escaleren tot een heuse kernoorlog. In de huidige globale gekte zijn de door Janssen en Follett beschreven fictieve gebeurtenissen volkomen geloofwaardig geworden.


Het gros van de Chinaboeken die sinds het begin van deze eeuw door niet-Chinezen geschreven zijn, gaat over de razendsnelle opkomst van de Volksrepubliek, eerst op economisch, daarna ook op (geo)politiek gebied. De toon varieert van bewonderend tot bezorgd, inhoudelijk lopen de boeken uiteen van feitenanalyse tot wensdenken. De prijs voor de bewonderendste auteurs gaat ex aequo naar de Britse journalist Martin Jacques en de Singaporese oud-diplomaat Kishore Mahbubani. De titel van Jacques’ boek uit 2009 zegt al genoeg: When China Rules the World: The End of the Western World and the Birth of a New Global Order. Mahbubani’s boeken, waarvan er een paar ook in het Nederlands zijn vertaald, gaan over de onstuitbare opkomst van Azië, speciaal van China.


Jacques en Mahbubani hebben de grote verdienste dat ze China nu eens niet door een westerse superioriteitsbril bekijken maar vanuit de eigen Chinese cultuur, geschiedenis, opvattingen en waarden. Maar die verfrissende blik vertroebelen ze goeddeels weer door de ogen half of helemaal te sluiten voor de tirannieke aspecten van het Chinese systeem, gesymboliseerd door de slachting op en rond het Tiananmenplein in 1989.


Het veruit bedenkelijkste boek is The Coming Collapse of China van de Chinese Amerikaan Gordon C. Chang. Het werd geschreven in 2001. Daarna heeft Chang de aanstaande instorting van China voortdurend moeten uitstellen, maar hij gaat unverfroren door met de aankondiging van het onverbiddelijke einde. Hij is de voorman van een school die niets lijkt te hebben geleerd van de ontmaskering van alle westerse vooroordelen, onkunde, misverstanden, naïviteit en fabels over China. China wil niet worden als wij, handelsrelaties en andere contacten met het Westen brengen nog geen verwestersing, economische ontwikkeling leidt niet automatisch tot democratie, een dictatuur kan wel degelijk voor economische vooruitgang en innovatie zorgen.


De grote ontmaskeraar van deze westerse mythen was niemand minder dan Xi Jinping zelf. Sinds hij in 2012 aan de macht kwam heeft hij systematisch het politieke en economische systeem ontmanteld waarvan wij dachten dat het zich met twee passen voorwaarts en één achterwaarts zou ontwikkelen tot een westerse liberale democratie en een westerse markteconomie. Xi heeft de teugels van controle, repressie en staatsterreur strak aangehaald en van China een totalitaire staat gemaakt die sterk doen denken aan de tijd Mao. En hij heeft duidelijk gemaakt dat het herrezen China de leider van de wereld wil worden.


Over dit nieuwe, zelfbewuste, snel beledigde en agressieve China en de onvermijdelijke conflicten met het Westen gaan de meeste Chinaboeken van de laatste jaren. Zie bijvoorbeeld de vorig jaar verschenen boeken De slag om Europa: Hoe China en Rusland ons continent uit elkaar spelen van Rob de Wijk, of Is China nog te stoppen? Hoe een virus de wereldorde verandert van Henk Schulte Nordholt. De belangrijkste Chinaboeken in de Angelsaksische wereld bespreken de gevaarlijke rivaliteit tussen de heersende – volgens Beijing tot ondergang gedoemde – wereldmacht Amerika en de nieuwe wereldmacht China. Daarbij valt op dat veel Chinakenners die nog niet zo lang geleden pleitbezorgers waren van samenwerking en engagement met de Volksrepubliek nu een heel andere toon aanslaan: China moet beteugeld worden voordat het voor het Westen te laat is en Xi een nieuwe wereldorde vestigt die hem op maat gesneden is.


Boeken over de meest schrijnende misstanden in China, zoals het drama van de Oeigoeren en de vernietiging van de vrijheid in Hongkong, ontbreken niet. Zo is er een boek van de Hongkongse democratie-activist Nathan Law, een van de studentenleiders van de ‘parapluprotesten’ van 2014. Twee jaar later werd hij op 23-jarige leeftijd parlementariër. En weer vier jaar later vluchtte hij naar Londen, om niet zoals zo veel andere activisten het slachtoffer te worden van de Nationale Veiligheidswet. Strijd voor de vrijheid: Hoe we die kwijtraken en hoe we terugvechten (een vertaling van Freedom: How we lose it and how we fight back) is het relaas van een aangekondigde ondergang. Het was immers al jaren duidelijk dat Xi Jinping de voortdurende, massale uitdaging van zijn gezag in Hongkong niet over zijn kant zou laten gaan. De enige vraag was nog hoe hij de opstandige Hongkongers Chinese mores zou leren. Militair geweld zou wereldwijd te groot verzet oproepen. Xi koos voor de ‘legale’ weg en liet een wet maken die alle kritiek en protest illegaal maakt.


Wie een idee wil krijgen van China’s beoogde nieuwe wereldorde doet er goed aan China over grenzen (China Unbound: A New World Disorder) van de Chinees-Canadese buitenlandcorrespondent Joanna Chiu te lezen. De lange arm van China blijkt nog veel langer dan we al wisten. Overal is China bezig zijn eigen heilige principe over niet-inmenging met voeten te treden. Dat gaat veel verder dan het intimideren van kritische Chinezen in het buitenland. De inmenging bestaat uit duizend variaties op hetzelfde thema: het smoren van alle geluiden, waar ook ter wereld, die de Chinese Communistische Partij niet zinnen.




zaterdag 07 mei 2022

Klik hier