Coronaopdoffers en de nieuwe Koude Oorlog / Argus


Coronaopdoffers en de nieuwe Koude Oorlog


Corona is een ander woord geworden voor ravage. Een weergaloze mondiale depressie is in de maak. Zal die ook het land treffen waar alle ellende begon?


Door JAN VAN DER PUTTEN


Het antwoord is dubbel. Ja, China wordt zwaar getroffen. Zo zwaar, dat de partijleiding voor het eerst geen officieel groeipercentage voor het lopende jaar heeft durven vast te stellen. Maar tegelijk: andere landen, de Verenigde Staten voorop, krijgen een nog veel zwaardere coronaopdoffer. Die klap zal ook in China hard aankomen. De nieuwe Koude Oorlog wordt er alleen maar warmer door.


           Na de eerste weken waarin de uitbraak werd weggemoffeld en klokkenluiders tot zwijgen werden gebracht, nam China maatregelen zoals allen China die nemen kan. De miljoenenstad Wuhan ging op slot, en ook de ruim 800 miljoen andere stedelingen, meer dan 60 procent van de bevolking, kregen bevel thuis te blijven. De economie, die voor Chinese begrippen toch al hard achteruit kachelde, zakte volkomen in.


           Toen het virus in april begon te wijken gelastte de overheid de geleidelijke heropening van de economie. Maar hoe doe je dat als er veel te weinig personeel is? Een groot deel van de Chinese economie wordt immers draaiende gehouden door de bijna 300 miljoen arbeidsmigranten, en die zaten sinds Chinees Nieuwjaar vaak nog opgesloten in hun geboorteplaats ergens in het binnenland. Ook als daar de lockdown was opgeheven hadden ze weinig zin om naar hun werk in de stad terug te gaan, want daar moesten ze eerst twee weken in huisquarantaine. Tenminste, voor zover ze nog een huis hádden: veel huisbazen wilden geen arbeidsmigranten meer hebben omdat ze dragers van het virus zouden zijn.


           Uit angst de ongeduldige autoriteiten te mishagen deden sommige industriëlen het licht in hun fabriek aan en startten de machines weer op, in de hoop dat niemand zou merken dat er geen arbeiders waren. Eind mei was de bedrijvigheid nog lang niet op pre-coronaniveau. Van een V-vormig herstel is geen sprake. Het grootste probleem is het gebrek aan werk. Jarenlang stond de officiële werkloosheid op 4 procent, maar de migranten en de boeren werden nooit meegerekend. In mei werd dat percentage naar 6 bijgesteld. 20 procent zit dichter bij de werkelijkheid. De werkloosheid dreigt nog veel groter te worden, want de consumptie is pijlsnel gedaald, de buitenlandse handel sterk teruggelopen, de wereldwijde toeleveringsketens zijn gebroken en veel bedrijven hebben zichzelf opgedoekt of zijn naar het buitenland vertrokken.


           Gebrek aan werk op massale schaal kan gemakkelijk sociale onrust veroorzaken. Daardoor is het een levensgroot politiek probleem geworden. Bestrijding van de werkloosheid is nu topprioriteit. Het staat bovenaan het lijstje van de ‘zes stabiliseringen’. De andere te stabiliseren zaken op het officiële takenlijstje zijn financiën (China baadt in de slechte schuld), buitenlandse handel (de handelsoorlog met de Verenigde Staten en de pandemie hebben er flink ingehakt), buitenlandse investeringen (de Amerikaanse regering wil buitenlandse investeerders uit China wegjagen, terwijl ze door de Chinese regering vaak worden gediscrimineerd), binnenlandse investeringen (het midden- en kleinbedrijf heeft een schreeuwend tekort aan krediet) en de ‘verwachtingen van het volk’.


           Die verwachtingen mag de communistische partij niet beschamen, want anders dreigt ze haar mandaat om te regeren te verliezen. Dat wordt een harde dobber. De partij moet twee eindeloos herhaalde beloften inlossen: uitroeiing van de extreme armoede tegenn het eind van dit jaar, en de proclamatie van China tot een ‘gematigd welvarende samenleving’ op de honderdste verjaardag van de partij in 2021. Koste wat kost moet worden voorkomen dat China in de ‘middeninkomensval’ verstrikt raakt en economisch komt stil te staan, zoals dat verreweg de meeste landen die zich begonnen te ontwikkelen is overkomen.


           De projecten en maatregelen om de werkloosheid te bestrijden, de lasten te verlichten en de consumptie te bevorderen buitelen over elkaar heen. De antiwerkloosheidsmaatregelen hebben een groot déjà-vugehalte: mega-investeringen in publieke werken, ruime financiering van spilzieke staatsbedrijven, bakken vol nieuw geld voor de banken. Ook in 2008 werd zo’n stimuleringsprogramma uitgerold, alleen op nog grotere schaal dan nu. China heeft er een tot de wolken reikende schuldenberg en vele grijpgrage miljonairs aan overgehouden.


           De economische tak die er opnieuw bekaaid vanaf dreigt te komen is uitgerekend de sector die het meest door corona is getroffen: het particuliere bedrijfsleven. Het is ook de sector die voor het gros van het bbp zorgt en voor 80 procent van de werkgelegenheid in de steden. Waarbij je niet moet denken aan techreuzen als Huawei, Alibaba, Bytedance (eigenaar van TikTok) en Tencent, maar aan het midden- en kleinbedrijf, vele start-ups inbegrepen.


           Ondanks alle beloften om het particuliere bedrijfsleven te verwennen legt de partij nog altijd de staatsbedrijven in de watten. Die krijgen van de staatsbanken alle leningen die ze hebben willen. De banken houden niet van het MKB, dat daarom is aangewezen op het grijze en zwarte geldcircuit. Maar de informele banken die in dat circuit opereren worden de ene na de andere door de overheid opgerold. Waar komt die stiefmoederlijke behandeling vandaan? Had de partij niet een blauwdruk aangenomen over de steeds grotere rol van de privéondernemingen en een steeds kleinere van de staatsbedrijven?


           Zeker, maar dat was in 2013. Sindsdien heeft Xi Jinping grote stappen terug naar de orthodoxie gezet. De staatsbedrijven zijn verder versterkt. Ze zijn weer de belangrijkste machtsbasis van de partij. De privébedrijven zijn onder partijcuratele gesteld. Particuliere ondernemers die te veel macht krijgen worden door de partij al snel als gevaarlijke concurrenten gezien. Een aanklacht wegens corruptie is dan snel gevonden. Er zijn voorbeelden te over van magnaten die op die manier zijn uitgeschakeld. Een Chinese ondernemer die het beste met zichzelf voorheeft wordt dus partijlid en doet niets wat de partij kan mishagen.


           Een zinnige voorspelling over waar het met de aangeslagen Chinese economie naar toe gaat is niet te doen. Daarvoor zijn de binnen- en buitenlandse onzekerheden te groot. Belt & Road, het faraonische project dat Azië, Afrika en Europa in de Chinese economische en politieke invloedssfeer moet brengen, heeft door corona enorme schade opgelopen. Veel arme landen met Belt & Road-projecten kunnen hun schulden aan China niet meer betalen en dreigen in de gevreesde ‘schuldenval’ te trappen, waardoor ze hun kroonjuwelen aan Peking moeten verpanden.


           En dan is er de nieuwe Koude Oorlog. De spanningen tussen de twee supermachten nemen voortdurend toe. Op alle fronten proberen de Verenigde Staten de opkomst van het even autoritaire als eigenzinnige China tegen te houden, terwijl ze zelf zich steeds meer onttrekken aan de verantwoordelijkheden die de status van wereldmacht met zich meebrengt. De coronacatastrofe heeft de spanningen niet verminderd, integendeel: de ramp wordt door Trump, het oog op zijn herverkiezing gericht, volop uitgebuit om China de schuld te geven voor zijn eigen jammerlijke falen.


           De confrontatie speelt zich af op vele gebieden tegelijk: handel, technologie, financiën, industrie, media, wetenschap, noem maar op. Om China in te dammen is Trump zelfs bereid zich tot democraat te ontpoppen, zodat hij China kan aanvallen op de opsluiting van de Oeigoeren in hersenspoelkampen en de liquidatie van de autonomie van Hongkong. Tegelijk nemen ook de militaire spanningen toe, kijk maar naar de escalerende situatie rond Taiwan, in de Zuid- en Oost-Chinese Zee en aan de grens tussen India en China. Waar deze conflicten op uit zullen lopen, daarover kan je alleen angstige vermoedens hebben.




woensdag 10 juni 2020

Klik hier