Hoelang zal de Chinees nog bitterheid eten? / Argus


ARGUS


Hoelang zal de Chinees nog bitterheid eten?


De Chinezen leven in een permanente staat van rebellie tegen hun demonische dictator: het is een oud westers misverstand. Maar een opstand wordt mogelijk als de mensen te veel bitterheid moeten eten. Hoe verhoudt ‘de’ Chinees zich tot het regime?


door JAN VAN DER PUTTEN


Als ergens in China een protest uitbreekt, zoals in november vorig jaar tegen het onzinnige zerocovidbeleid, dan wordt er in het Westen al gauw gejuicht over de aanstaande val van Xi Jinping. Dat die val almaar uitblijft, lijkt geen reden om eindelijk een punt te zetten achter het hardnekkige wensdenken dat het Chinese volk niets liever wil dan de tirannie verdrijven en onze democratie omhelzen. En het lijkt evenmin een reden om eens goed na te gaan hoe de relatie is tussen de moderne Chinese keizer en zijn onderdanen.


Natuurlijk, ‘de’ Chinees bestaat niet. Als een buitenlandcorrespondent zijn of haar omroep een nieuwsontwikkeling meldt, komt uit Hilversum vaak de standaardvraag: ‘Wat denken de mensen in jouw land ervan?’ De correspondent in China kan dan alleen maar antwoorden: ‘Ik weet het niet, want ik heb het niet aan alle 1,4 miljard Chinezen kunnen vragen.’ En als dat wel had gekund, dan zou de grote meerderheid van de bevolking met de officiële versie zijn gekomen. Want door de eeuwen heen volgen de Chinezen blindelings hun leider en bemoeien ze zich niet met het bestuur en zijn beslissingen.


In die meegaandheid zijn Chinezen bereid heel ver te gaan en heel veel te verdragen. Daarvoor hebben ze een oude uitdrukking: chī kǔ, bitterheid eten. Pas als het water hun tot de lippen is gestegen, weigeren ze de bittere kost, waarna burgeroorlogen kunnen uitbreken en dynastieën ten val kunnen komen. Dit geldt nog steeds. China mag de laatste decennia onherkenbaar zijn veranderd, de verhoudingen tussen de vorst en zijn volk zijn niet wezenlijk veranderd. Op dat punt sluit het hiërarchische systeem van de Communistische Partij naadloos aan bij het hiërarchische systeem uit de keizertijd.


De leider van de Partij is even onaantastbaar en onbenaderbaar als destijds de keizer. Verantwoording was de Hemelzoon, die heerste over alles wat onder de hemel is, slechts verschuldigd aan de hemel. Wanneer hij de Verboden Stad verliet, wat zelden gebeurde, dienden de mensen hun blik af te wenden, want het was zwaar verboden de keizer in al zijn hemelse heerlijkheid te aanschouwen. Wie tegen hem samenzwoer kon rekenen op een gruwelijke dood, waaraan ook de familie van de ongelukkige niet ontsnapte, tot verwanten in de tiende graad toe.


Ook de partijleider is niemand verantwoording schuldig behalve zichzelf, fouten maakt hij niet, hij heeft altijd gelijk, met de pers praat hij niet, hij wordt alom de hemel in geprezen, tegen kritiek kan hij niet, wie het waagt hem tegen te spreken wordt zwaar gestraft, en vaak ontspringt ook de familie van de criticus de dans niet. Een van de straffen is internering in een gekkenhuis. Die maatregel is veel meer dan een imitatie van de gewoonte in de Sovjet-Unie. Er zit namelijk een Chinese logica achter: wie zo dwaas is zich te verzetten tegen de Hemelzoon heeft duidelijk een klap van de molenwiek gekregen en moet als zodanig worden behandeld.


Deze benadering is minder ver van ons bed dan we denken. Zo lang is de absolute monarchie in Europa nu ook weer niet geleden. De tijd dat vorsten niet de rug mocht worden toegekeerd ligt nog niet zo ver achter ons. Nog maar kortgeleden werden in Nederland mensen veroordeeld wegens majesteitsschennis, en soms voor gek verklaard. En er zijn nog altijd mensen die geloven dat de koning zijn gezag ontleent aan God zelf, zoals de kroning van Charles III weer eens bewees. China gaat in het absolutisme echter veel verder.


De keizer regeerde krachtens een hemels mandaat, dat hij alleen kon verliezen als hij zijn vorstelijke plichten ernstig en langdurig verzaakte. Hij was de vader van alle Chinezen, die hem een nog groter respect dienden te betonen dan hun eigen vader. De keizer belichaamde China, hij wás China. Voor Vadertje Xi geldt hetzelfde. Het mandaat van de hemel heet tegenwoordig mandaat van de geschiedenis of mandaat van het volk, maar is in wezen dezelfde metafysische zalving. En zoals vroeger alleen de mandarijnen zich met bestuurlijke zaken mochten bemoeien, zo is dat recht nu slechts voorbehouden aan de partijbazen, die uitvoerders zijn van de orders van Xi.


De Partij heeft met het volk een stilzwijgende overeenkomst gesloten: jullie mogen doen wat jullie willen, rijk worden, genieten van het leven, het kan ons niet schelen, maar wel op één voorwaarde: dat jullie je niet bemoeien met politiek. Alles voor het volk, niets door het volk. Die formule heeft een paar decennia uitstekend gewerkt. De welvaart en de levensverwachting gingen met sprongen omhoog, vanuit het niets kwam een middenklasse op, de miljonairs waren niet meer te tellen, China werd een wereldmacht.


Natuurlijk vielen veel mensen buiten de prijzen, maar die hoopten dat het geluk hun kinderen wél zou toelachen. Geen wonder dat de meeste mensen de Partij zielsdankbaar waren en dat de miljonairs de meest enthousiaste partijleden werden. Critici stonden vrijwel alleen. Pleiten voor vrijheid en democratie in een land dat die waarden nooit had gekend? Dat was vragen om problemen, en die hadden ze aan zichzelf te danken. Hadden ze zich maar niet met politiek moeten bemoeien.


Maar onder Xi Jinping is in het oude model de klad gekomen. De Partij was een rovershol geworden waarin iedereen pakte wat hij pakken kon en niemand de centrale leiding gehoorzaamde. Xi begon de augiasstallen uit te mesten, zuiverde zijn tegenstanders weg en trok alle macht naar zich toe. Buiten hem om is niets meer mogelijk. Big Brother controleert iedereen. De censuur is genadeloos. Alles wat niet onder partijcontrole staat wordt verboden en vervolgd, zoals pas nog de laatste nog functionerende NGO. Met de economie gaat het niet goed meer, maar Xi vindt politieke controle over de bedrijven belangrijker dan groei. De bouw is ingezakt, de jeugdwerkloosheid is twintig procent, afgestudeerden worden maaltijdbezorgers, het uitzicht op een beter leven is vervaagd.


Dit alles leidt tot onvrede, gemor en meestal zwijgend protest. Jongeren stappen massaal uit de rat race om zich te wijden aan ‘platliggen’, weigeren kinderen voort te brengen, maken plannen om weg te gaan. Veel Chinezen eten weer bitterheid. Zal het water hun tot de lippen stijgen? En zal Xi Jinping dan naar het klassieke middel grijpen om een opstand te voorkomen? Naar een oorlog dus?




woensdag 07 juni 2023 - vrijdag 21 juli 2023

Klik hier