Europa moet zich niet laten meezuigen in een draaikolk (Argus)


Europa moet zich niet laten meezuigen in draaikolk


Hoe moet Europa zich verhouden tot dictatoriaal China en tot democratisch Taiwan? Moet het één front vormen met Amerika of ‘strategisch onafhankelijk’ worden? Moet het een middenweg bewandelen? Een goede keuze is er niet, alleen maar een minst slechte.


 


JAN VAN DER PUTTEN


 


Gezocht: een goed doordachte Europese Chinastrategie, ter vervanging van de huidige kakofonie. Olaf Scholz, Pedro Sánchez, Josep Borrell, Charles Michel, Ursula von der Leyen, Emmanuel Macron, Annalena Baerbock: ze zijn in staat niet alleen elkaar tegen te spreken maar ook zichzelf. Alsof ze de wereld duidelijk willen maken dat Europa zichzelf nog steeds niet voor vol aanziet.


Neem Macron. De Chinese leider Xi Jinping had voor hem in Beijing de rode loper uitgelegd. Maar volgens zijn vele critici heeft de Franse president zich door zijn gastheer compleet laten inpakken. Toen hij de Chinese leider vroeg bij Poetin aan te dringen op het beëindigen van de oorlog in Oekraïne, kreeg hij niet thuis. In het vliegtuig naar huis zei Macron dat de Europeanen buiten een conflict moeten blijven dat het hunne niet is. Hij bedoelde een Chinees-Amerikaanse oorlog om Taiwan. Hij zei ook dat Europa ervoor moet passen om de vazal van de Verenigde Staten te worden, want Europa moet strategisch autonoom zijn.


Muziek in de oren van Xi. Macron is een fervent aanhanger van de leer van generaal de Gaulle over Europa’s strategische autonomie. Europa mag dus nooit een knechtje van Amerika zijn. Maar de Chinezen verstaan onder die mantra iets heel anders: als ze bij Europa aandringen op strategische autonomie, bedoelen ze: breek met de VS en schurk aan tegen China. Want Amerika is China’s vijand, en Europa is tot nader order hard nodig om de Chinese economie te laten groeien en daarmee de Partij aan de macht te houden. Niet voor niets blijft China bij de EU hardnekkig aandringen op een investeringsakkoord, dat twee jaar geleden door Brussel voor onbepaalde tijd in de ijskast werd gezet.


Macrons uitlatingen kwamen hem in Europa en de VS op een flink pak slaag te staan. Heeft hij na alles wat er tussen Rusland en Europa is gebeurd nog altijd niet in de gaten hoe riskant het is een dictatoriaal regime naar de mond te praten? Ziet hij niet in dat afzijdigheid in het Taiwan-conflict Xi kan aanmoedigen om de aanval te openen? En weet hij niet dat er in Taiwan voor het Westen vitale democratische, economische en geopolitieke belangen op het spel staan?


Europese landen die grenzen aan Rusland kunnen Macrons bloed wel drinken. Zonder de massale militaire hulp van het door de Franse leider zo gewantrouwde Amerika vrezen ze door Rusland onder de voet te worden gelopen. Macron heeft in China omvangrijke zakendeals gesloten, terwijl de meeste Midden-en Oost-Europese landen flink hun bekomst hebben van China’s gebroken beloften over investeringen en samenwerking en van China’s represailles tegen kritiek uit het buitenland.


Voor democratieën die hun democratie liefhebben zou de keuze niet moeilijk moeten zijn: ze moeten zich eendrachtig te weer stellen tegen de oprukkende autocratieën Rusland en China. Dat laatste land is druk bezig zijn invloed wereldwijd uit te breiden en zijn eigen model en controlesysteem de rest van de wereld ten voorbeeld te stellen, vooral de ontwikkelingslanden van het Mondiale Zuiden. Vroeger dachten we dat alleen een democratie ontwikkeling kon brengen. China heeft het tegendeel bewezen.


Wat te doen? Eerst nadenken. Hoe is het zo ver kunnen komen? Een opkomende – in het Chinese geval: een terugkerende – wereldmacht wekt altijd weerstand bij de heersende macht. De rivalen laten de spanningen dan vaak escaleren tot een oorlog. Ze trappen daarmee in de ‘val van Thucydides’, genoemd naar de Griekse historicus die schreef over de Peloponnesische Oorlog tussen Athene en Sparta, de rivaliserende grootmachten in de oude Griekse wereld. Amerika en China rennen hard op Thucydides’ val af. Hun wederzijdse wantrouwen is maximaal. Beide denken dat ze een natuurrecht hebben op de wereldheerschappij, beide willen van geen wijken weten, en beide zijn hard bezig hun tot voor kort nog hechte banden te verbreken, want ze willen alleen nog maar van zichzelf en hun vrienden afhangen. Over strategische autonomie gesproken.


Het lijkt haast vanzelfsprekend dat Europa partij kiest voor de VS tegen China. We zijn immers oude bondgenoten, Amerika was Europa’s bevrijder en is nog altijd vitaal voor onze veiligheid, we delen, althans in principe, de beginselen van de liberale democratie, we moeten niets hebben van China’s totalitaire partijdictatuur en we hebben allebei last van de ellenlange arm van Beijing.


Maar zo’n anti-Chinees front bergt ook enorme risico’s. Moeten we ons laten meezuigen door Amerika’s blinde Chinahaat? Amerika mag tot het bot zijn verdeeld, over één ding zijn Republikeinen en Democraten het eens: China een toontje lager laten zingen. Ze rammen om het hardst op China in, want de grootste China-basher krijgt de meeste stemmen. En wat als Trump of een trumpiaan de verkiezingen van volgend jaar wint? Moeten we met dít Amerika tegen China optrekken? Trouwens, aan Amerikaanse militaire interventies bewaart de wereld niet bepaald prettige herinneringen.


Het andere uiterste, een alliantie met het China van Xi, is ook geen optie. Daarvoor doet Xi te veel dingen die wij verafschuwen. We kunnen niet in hetzelfde kamp zitten als iemand die van het democratische Taiwan een tweede Hongkong wil maken. En wie kan vriend worden van een man die weigert zijn vriend Poetin tot bezinning te brengen? In het Chinese vredesplan over Oekraïne ontbreekt immers een sleutelvoorwaarde: terugtrekking van de Russische troepen.


Maar we kunnen ons evenmin veroorloven ons van China te ontkoppelen, want Europa heeft China economisch nodig, net als China Europa. En we moeten tegen de klippen op met de Volksrepubliek blijven praten. China en Amerika praten niet meer, en kijk hoe ze elkaar de tent uitvechten. Europa moet zijn ‘strategische rivaal’ in Beijing duidelijk maken dat het geen Chinese vazal wil worden – zoals het ook niet Amerika’s slippendrager wil zijn – en dat het zich niet laat intimideren of dwingen.


De boodschap aan China moet zijn: we doen graag zaken met jullie, maar niet in hightech en andere strategische sectoren, want daarvoor is onze economische en militaire veiligheid ons te lief, en we willen onze afhankelijkheid van China op het gebied van lithium, zeldzame aarden en andere strategische grondstoffen en producten drastisch verminderen. Geen decoupling, maar, zoals Europese-Commissievoorzitter Von der Leyen zei, de-risking.


Europa is nog altijd een geopolitiek dwaallicht. Het wordt hoog tijd dat het zich niet meer door China en de VS voor voldongen feiten laat plaatsen. Als we een (kern)oorlog willen voorkomen moeten we ons niet laten meezuigen in een infernale draaikolk. In onze relaties met China moeten we een gezamenlijke aanpak van gemeenschappelijke plagen benadrukken. Klimaatverzieking, epi- en pandemieën, proliferatie, drugshandel, mensensmokkel, financiële crisis – grensoverschrijdende gesels zijn er genoeg. Maar dan moeten we wel eensgezind optreden. Laten we daarom als de bliksem onze onbeduidende binnen-Europese conflictjes bijleggen.




woensdag 26 april 2023 - woensdag 10 mei 2023

Klik hier