En weer vreet de revolutie zichzelf op / Argus


En weer eet de revoluties zichzelf op


Revolutionairen die hun eigen revolutie verraden: de president van Nicaragua, Daniel Ortega, is daarvan een pathetisch maar lang niet het enige voorbeeld. Ook nu weer kan het linkse pad dat verschillende Latijns-Amerikaanse landen hebben gekozen doodlopen.


door JAN VAN DER PUTTEN


Managua was een gekkenhuis, die dag in juli 1979. Anastasio Somoza jr., de despoot die Nicaragua had getiranniseerd en uitgeplunderd, was gevlucht naar Miami, en even later waren de guerrillastrijders van het Sandinistisch Front van Nationale Bevrijding in triomf de hoofdstad binnengetrokken. Overal werd gedanst, gezongen, gedronken en gevreeën, want de revolutie was uitgebroken. Het uitgezogen, geknechte en vernederde Nicaragua zou een land worden van vrijheid, rechtvaardigheid en vooruitgang voor iedereen.


In 2023 is Nicaragua opnieuw een familiedictatuur. De dictator, Daniel Ortega, is dezelfde sandinistische commandant die tegen Somoza had gevochten en vanaf het begin in de revolutionaire regering had gezeten. De macht achter zijn troon is zijn gevreesde echtgenote, vicepresident Rosario Murillo. Acht van hun negen kinderen zijn ‘presidentiële adviseurs’ en beheersen de economie en de media. Een van hen, Laureano, wordt getipt als de opvolger van zijn vader. Ortega’s strijdmakkers van weleer hebben zich tegen hem gekeerd, zijn opgepakt of zijn gevlucht, op één uitzondering na: de voormalige sandinistische commandant Bayardo Arce, nu een schatrijke zakenman en economisch adviseur van de president.


Toen de sandinisten aan de macht kwamen, barstte het progressieve deel van de wereld in gejubel uit. Zó sympathiek en altruïstisch, die jongens en meisjes, zó puur, zó bezield van idealen – het was haast onmogelijk om niet warm voor ze te lopen. Bovendien had links hoognodig een nieuw revolutionair model nodig. Mei ’68 was mislukt, de ‘revolutie in de legaliteit’ van Allende was uitgelopen op de bloedige dictatuur van Pinochet, de oorlog in Vietnam was voorbij, en Fidel Castro was steeds meer een Sovjet-vazal geworden die de Russische moord op de Praagse lente had gesteund en de kritische dichter Hebert Padilla gevangen had gezet. En toen, na zoveel linkse desillusies, kwamen de sandinisten. Was in Nicaragua dan eindelijk de Nieuwe Mens geboren?


De sympathie voor de sandinisten werd nog groter toen in de jaren tachtig de Amerikaanse president Reagan via de Contra’s een terreuroorlog tegen hen begon. De sandinisten wonnen, maar ze verloren de verkiezingen. De winnaar was een door Washington betaalde coalitie. President Ortega accepteerde zijn verlies en droeg de macht over. En daarmee was de revolutie afgelopen. Dat was in 1990. Maar zestien jaar later heroverde Ortega in verkiezingen de macht, nu met een nieuw programma: die macht koste wat kost behouden. Dat is hem tot de dag van vandaag gelukt, maar vraag niet hoeveel mensen daarvoor vermoord, gevangengezet of verjaagd moesten worden. Officieel gaat de sandinistische revolutie nog altijd door. Maar in naam van die revolutie is Nicaragua een politiestaat geworden.


Ortega heeft een dynastie gesticht, even tiranniek als destijds die van de familie Somoza. Het enige verschil is dat voor Ortega niet geldt wat president Franklin Roosevelt zou hebben gezegd over Somoza sr.: ‘He may be a son of a bitch, but he’s our son of a bitch.’ Ortega is nog altijd een verbeten vijand van de yankees. Zijn grote buitenlandse vriend is de machtigste dictator van de wereld, Xi Jinping. Toch wordt de president van Nicaragua in veel rechtse kringen nog altijd links genoemd. Datzelfde etiket krijgen ook de repressieve regimes van Cuba en Venezuela opgeplakt, dankzij hun mythologische revolutionaire stichters Fidel Castro en Hugo Chávez.


Hoe komt het toch dat revoluties zo vaak niet alleen hun kinderen maar ook zichzelf opeten? Denk bijvoorbeeld aan de Franse en de Russische revolutie, aan Nelson Mandela’s ANC in Zuid-Afrika, of aan de Mexicaanse boerenrevolutie, ruim honderd jaar geleden. Die strijd onder aanvoering van Pancho Villa en Emiliano Zapata mondde uit in de stichting van een partij die de rest van de vorige eeuw in Mexico aan de macht is gebleven en een veelzeggende naam draagt: Institutionele Revolutionaire Partij.


Een revolutie die zichzelf institutionaliseert is per definitie geen revolutie meer. Ze is, ongeacht het etiket dat ze op zichzelf plakt, de nieuwe gevestigde orde geworden, en haar partij de Partij van de Macht. In het Mexicaanse geval wist deze partij de perfecte dictatuur te vestigen. Arbeiders en boeren kwamen onder controle van de partij, critici werden gecoöpteerd of als ze rebels bleven tot zwijgen gebracht. Intussen verrijkte de partijelite zich schandalig, maar ze bleef de formele democratische plichtplegingen en de revolutionaire retoriek trouw.


Macht corrumpeert altijd, wat haar oorsprong ook mag zijn: een linkse revolutie of een rechtse staatsgreep, een militaire invasie of democratische verkiezingen. Macht gaat boven alle ideologieën uit. Alle dictaturen, van welke snit ze ook zijn, zetten volop alle repressieve middelen in, legale of illegale, om hun macht te handhaven. Als de indeling links-rechts nog geldt, dan gaat die voor dictaturen niet op: er zijn geen linkse en ook geen rechtse dictaturen, er zijn alleen maar dictaturen. Daarom is het onzinnig om Cuba, Nicaragua en Venezuela in de rij van Latijns-Amerikaanse landen te scharen waar nu een linkse regering aan de macht is (met de aantekening dat links in het ene land flink kan verschillen van links in het andere): Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Honduras en, op het randje, Mexico.


Het politieke tij in Latijns-Amerika kan heel snel keren. Wees daarom niet verbaasd als Argentinië vanwege zijn eeuwige economische troebelen bij de verkiezingen in oktober naar rechts gaat, of dat de linkse weg in Chili, Colombia of Brazilië doodloopt. In Peru werd die weg in december versperd door de afzetting en arrestatie van Pedro Castillo, een boerenonderwijzer en vakbondsleider die het haast zonder overgang tot president bracht. Maar een parlementaire guerrilla maakte hem het regeren onmogelijk, en zijn eigen onervarenheid deed de rest. Anderhalf jaar heeft zijn chaotische presidentschap geduurd. In december wilde hij het parlement ontbinden om impeachment te voorkomen. Maar het parlement was hem voor en zette hem af. Sindsdien zit hij gevangen. Rechts heeft vooralsnog gezegevierd, terwijl op straat de protesten tegen deze nauwelijks verkapte coup doorgaan. De onderdrukking heeft al tientallen mensen het leven gekost.


Vergis je niet in het woord democratie. Alle landen in Midden-Amerika waar tijdens de Koude Oorlog moordende burgeroorlogen hebben gewoed, zijn tegenwoordig democratieën. Op papier althans. Drugsbendes, corrupte politici en autoritaire presidenten maken er de dienst uit. In El Salvador regeert de jonge rechts-populistische president Nayib Bukele als een dictator en pakt hij de bendes aan op een mensonterende manier. In Guatemala regeren misdaad en corruptie soeverein en garanderen de rechtbanken de misdadigers van toen en nu straffeloosheid. En wat Nicaragua betreft: zie boven.




maandag 13 februari 2023