Wang Huning - De geheime keizer van China / De Groene


Profiel: Wang Huning


De geheime keizer van China


Op het komende partijcongres wordt Xi Jinping gezalfd tot keizer van China. De intellectueel Wang Huning is de ideoloog achter zijn troon. Hij is de bedenker van Xi’s ‘Chinese Droom’, die op een nachtmerrie dreigt uit te lopen.


‘Xi Jinping is zoek.’ ‘Xi staat onder huisarrest.’ ‘Het leger heeft een staatsgreep gepleegd.’ Nee, de geruchten over de afzetting van de Chinese opperleider logen er niet om. Gierend gingen ze vorige maand een paar dagen lang de wereld rond. Maar als ze waar waren, dan was er niets van te merken. Geen staat van beleg, geen troepenverplaatsingen, geen massa-arrestaties, niets. Trouwens, wie had de coupleider moeten zijn? Xi Jinping heeft de afgelopen tien jaar toch al zijn concurrenten uitgeschakeld?


De geruchten hadden hun oorsprong in een notoire nepnieuwsbron en wensdenkers hadden ze vleugels gegeven. Onzin dus. Maar die onzin tekende wel de nerveuze sfeer vlak voor het twintigste partijcongres, dat op 16 oktober begint. Het moet Xi Jinping zalven tot alleenheerser voor een derde vijfjarige ambtsperiode als partij- en legerleider, de opmaat voor toekomstige verlengingen tot de dood erop volgt. Nu is sinds Mao de opvolging slechts één keer regulier verlopen. Logisch dat er geruchten waren dat er achter de hermetisch gesloten deuren van het Chinese politieke systeem een machtsstrijd zou woeden.


De opschudding ebde snel weg toen Xi op een politieke tentoonstelling verscheen, precies zoals hij tien jaar eerder bij zijn aantreden had gedaan. Hij was gewoon tien dagen in quarantaine geweest na een ontmoeting met Vladimir Poetin in Samarkand, zijn eerste buitenlandse reis sinds het begin van corona. De tentoonstelling, Voorwaarts in het Nieuwe Tijdperk genaamd, was gewijd aan hemzelf en de zegeningen van zijn bewind. Een van de zes andere leden van het oppermachtige Vaste Comité van het Politbureau opende de tentoonstelling met een lofrede op Xi. De verworvenheden van de Partij, aldus de spreker, zijn te danken aan ‘de stuurmanskunst en het leiderschap van secretaris-generaal Xi Jinping en aan de solide sturing door het Denken van Xi Jinping over het Socialisme met Chinese Kenmerken voor een Nieuw Tijdperk’.


Pure bombast? Geen sprake van. De woorden formuleerden de ideologische basis van het nieuwe tijdperk – dat van Xi. De spreker, nummer vijf in de partijhiërarchie, was de hoogste propagandachef, die al heel lang de ideologische koers uitzet. Het is iemand zonder formele politieke macht. Maar hij geldt wel als de verborgen leider van de Volksrepubliek. In China komt hij nauwelijks in het nieuws, en in het buitenland nog minder. Zijn naam is Wang Huning.


Geen enkele partijbaas houdt van openheid, maar zo gesloten als Wang zie je ze weinig. Interviews geeft hij nooit, net zomin als zijn meester Xi, en al sinds lang publiceert hij ook niets meer. Althans niet onder zijn eigen naam. Hij is de chef van de ghostwriters van de rapporten, toespraken en essays van Xi, waarvan er vele in boeken gebundeld zijn. We mogen veilig aannemen dat ook de tv-programma’s over Xi’s weldaden onder zijn supervisie staan.


Er is nauwelijks een onderwerp waarop Xi zijn denken niet heeft losgelaten, van geschiedenis tot landbouw, van milieu tot voetbal, van economisch beleid tot schone wc’s. De laatste maanden heeft hij tien boeken gepubliceerd over zo ongeveer alles. Ze hebben opwindende titels als Uiteenzettingen van Xi Jinping over de opbouw van een socialistische spirituele beschaving. Het zijn bestsellers, want ze zijn voor de bijna 97 miljoen partijleden verplichte kost.


Als Xi op reis is, en dat was hij vóór corona om de haverklap, wordt hij bijna altijd vergezeld door Wang Huning. Op de officiële beelden over die bezoeken staat Xi altijd vooraan, met de andere autoriteiten op eerbiedige afstand. Als hij een toespraak houdt zie je de bebrilde Wang kritisch toekijken, een vaag glimlachje op de – tegenwoordig vaak door een kapje bedekte – mond, alsof hij tevreden is dat de grote leider niet afwijkt van de door hem opgestelde tekst. Dat zou kloppen met de berichten dat Xi, alle propaganda over zijn bovenmenselijke kwaliteiten ten spijt, geen intellectuele hoogvlieger is. De denker achter zijn troon is Wang Huning.


Chinese insiders noemen hem een guoshi, letterlijk ‘leraar van de staat’, ‘staatsmeester’. In de keizertijd was dat de titel van godsdienstige leiders die de Hemelzoon adviseerden. Die titel klopt helemaal, want de door Wang gemodelleerde ideologie is staatsgodsdienst, met Xi Jinping als hogepriester. Buitenlandse experts zien in Wang eerder een Chinese versie van Machiavelli, Raspoetin, Kissinger of Aleksandr Doegin, Poetins hofideoloog wiens dochter in augustus om het leven kwam door een autobom die voor hemzelf was bedoeld.


Xi is niet de eerste partijleider die uit de ideologische beker van Wang Huning drinkt. Hij is de derde. Ook zijn voorgangers Jiang Zemin (1989-2002) en Hu Jintao (2002-2012) hebben zich er volop aan gelaafd. Dat is opmerkelijk. Xi ziet immers zijn beide voorgangers als politieke dwergen en heeft een aantal van hun protegés opgesloten. Wang daarentegen is niet weggezuiverd maar heeft, altijd opererend vanuit de schaduw, nog meer invloed gekregen. Wie is deze mysterieuze overlever? Hoe werd deze zachtmoedige intellectueel een harde partij-ideoloog? Wat is zijn gedachtegoed en waar heeft hij dat vandaan? Hoe kon hij schijnbaar moeiteloos over de kloof springen tussen de vorige twee partijleiders en de huidige?


Wang Huning werd geboren in 1955. De familienaam Wang (‘Koning’) deelt hij met zo’n honderd miljoen andere Chinezen. In de naam die zijn ouders hem gaven draagt hij zijn geboorteplaats met zich mee, want Hùníng betekent Shanghainese Rust (Hù is de officiële afkorting van Shanghai). In zijn geboortejaar was Mao net zes jaar aan de macht. In zijn campagnes tegen grondbezitters en contrarevolutionairen had hij al een paar miljoen slachtoffers gemaakt. Dat raakte de familie Wang niet, want Hunings ouders waren communistische kaderleden. Daarom overleefden ze ook de Grote Sprong Voorwaarts moeiteloos.


De jonge Huning deed niets liever dan boeken lezen. Tijdens de Culturele Revolutie (1966-1976) werd dat heel lastig, want Mao’s Rode Wachters waren allergisch voor alles wat ze als bourgeois-cultuur beschouwden, en aan intellectuelen hadden ze, vaak letterlijk, een broertje dood. De enige toegestane boeken waren marxistische traktaten en Mao’s rode boekje. Maar via zijn leraren, die onder de indruk waren van zijn leeshonger, kreeg hij toch verboden boeken in handen, buitenlandse literaire werken inbegrepen. De universiteiten en de meeste middelbare scholen waren dicht, want de revolutie ging voor, maar de begaafde Wang Huning kon in 1972 eindexamen doen.


Zijn vader, een officier van het Volksbevrijdingsleger, viel zoals zoveel partijbonzen bij Mao in ongenade. Huning zelf had net als alle studenten naar het platteland moeten worden gestuurd om zich ideologisch te laten heropvoeden door analfabete boeren. Dankzij zijn slechte gezondheid wist hij aan die zinloze verplichting te ontsnappen. In plaats daarvan deed hij wat werk op het land in de buurt van Shanghai en studeerde hij Frans, want met het oog op de wereldrevolutie kon de Partij mensen die een buitenlandse taal beheersten goed gebruiken. Zodat Wang Huning vloeiend Frans leerde spreken.


Mao stierf in 1976. De winnaar van de machtsstrijd die volgde, Deng Xiaoping, begon grote economische hervormingen en heropende de universiteiten. Wang deed een briljant toelatingsexamen. Hij mocht aan de toonaangevende Fudan-universiteit in Shanghai de bacheloropleiding overslaan en direct beginnen aan zijn master in internationale politiek. Zijn masterscriptie was getiteld Van Bodin tot Maritain: Over door de westerse bourgeoisie ontwikkelde soevereiniteitstheorieën. Direct na zijn afstuderen werd Wang hoofddocent aan zijn alma mater en kort daarop de jongste hoogleraar uit de geschiedenis van de universiteit. Intussen trouwde hij met een vroegere medestudente. Het huwelijk tussen de twee introverte intellectuelen schijnt volmaakt vreugdeloos te zijn geweest. Maar als docent was Wang heel populair.


In razende vaart schreef hij boeken en artikelen over politieke thema’s. Een van zijn boeken heette America Against America, resultaat van een gastdocentschap aan een Amerikaanse universiteit. Zijn weinig vleiende analyse van het Amerikaanse politieke systeem zou diepe invloed hebben op Xi Jinping, die de Verenigde Staten ziet als een land in onstuitbare neergang. Wang trok steeds meer de aandacht van de partij-elite van Shanghai. Hun voorman was partijleider-legerleider-president Jiang Zemin, die eerder partijbaas en burgemeester van Shanghai was geweest. Wang trok nog meer de aandacht toen tientallen miljoenen tv-kijkers zagen dat het team van de Fudan-universiteit het ene internationale debatconcours na het andere won. Het team werd gecoacht door prof. dr. Wang Huning.


De eerste pogingen om hem naar Beijing te halen hield de geleerde af. Maar Jiang Zemin wilde hem er per se bij hebben. En zo verhuist Wang Huning in 1995 van Shanghai naar Beijing om te gaan werken in het Bureau Centraal Beleidsonderzoek. Het wordt zijn taak beleidsaanbevelingen te doen, partij-ideologie te ontwikkelen en teksten te schrijven van partijdocumenten en toespraken van hoge partijbazen.


Wang verandert radicaal. Hij publiceert niets meer, breekt met bekenden, zoekt oude kennissen niet meer op, vertoont zich alleen nog maar in het openbaar als het niet anders kan. Buitenlanders gaat hij nog meer uit de weg. Op internationale bijeenkomsten schuwt hij zelfs informele contacten. Als de politieke heremiet in 2015 in het gevolg van Xi Jinping Amerika bezoekt, neemt hij geen contact op met de mensen die hij kende uit de tijd van zijn gastdocentschap. De vrienden van toen die hem willen opzoeken houdt hij af.


Achter de schermen rukt Wang snel op naar het centrum van de macht. Adjunct-directeur, weldra directeur van het Bureau Centraal Beleidsonderzoek. Lid van het partijsecretariaat. Lid van het Centrale Comité en het Politbureau, de laatste vijf jaar ook van het Vaste Comité. Het partijcongres gaat nu een nieuw Vast Comité kiezen. Beter gezegd, het congres gaat de keuze van Xi Jinping bekrachtigen. De 2296 gedelegeerden zijn door de hoogste leider zelf op hun loyaliteit gekeurd, zodat de kans dat Xi en zijn adepten niet worden gekozen verwaarloosbaar klein is.


Mogelijk neemt de grote man zijn trouwe beleidsmaker en adviseur Wang Huning mee naar het nieuwe Vaste Comité. Volgens de regels kan dat: topleiders zijn vanaf hun 68ste niet meer herbenoembaar, en Wang is net 67 geworden. Maar voor Xi gelden regels alleen als ze hem uitkomen. Anders had hij na twee vijfjarige ambtstermijnen moeten opstappen als president en had hij in zijn tweede termijn zijn opvolger moeten opnemen in het Vaste Comité. Xi is 69. Hij vindt dat hij de rest van zijn leven nodig heeft om zijn karwei af te maken.


Het is denkbaar dat Xi de pensioengerechtigde leeftijd verlaagt tot 67. Daardoor krijgt hij een excuus om definitief van zijn tweede man af te komen, de 67-jarige premier Li Keqiang, zijn voormalige concurrent om het partijleiderschap die hij de afgelopen tien jaar op een zijspoor heeft gerangeerd. Als dat gebeurt, kan Xi voor Wang een andere functie verzinnen, want de architect van China’s binnen- en buitenlandse politiek, tevens de enige Amerika-expert in het Politbureau, die wil hij liever niet kwijt.


Wat is het geheim van Wang Huning? Voor een deel schuilt dat in zijn afwijkende loopbaan, die hem veel gezag geeft. Hij is de communistische carrièreladder op onorthodoxe wijze opgeklommen: niet dankzij het erfrecht dat de ‘rode aristocratie’ topfuncties garandeert, niet dankzij een kontje van een politieke patroon, maar dankzij zijn eigen intelligentie, overtuigingskracht en tot nu toe feilloze instinct om een politieke leider aan te voelen, te winnen voor zijn ideeën en van het gedachtegoed te voorzien dat hem het beste past.


In feite is Wang de eerste invloedrijke intellectueel sinds Mao. Die had een diepe minachting voor intellectuelen, die in de lijn van Confucius de keizer adviseerden en hem moesten waarschuwen als hij zijn plicht om een goede vorst te zijn verzaakte. Na Mao werden de intellectuelen gerehabiliteerd. De postmaoïstische leiders worstelden immers met de vraag wat er na Mao’s extremisme moest gebeuren om het vertrouwen van het volk terug te winnen. Daarom hadden ze denkers hard nodig.


Deng Xiaoping zocht het in economische liberalisering onder het motto ‘rijk worden is glorieus’. Dat sloeg geweldig aan. Zo geweldig dat er een nieuwe crisis ontstond. Steeds meer mensen verloren hun geloof in het marxisme en het socialisme. Ze eisten dat de Partij ook in politiek opzicht zou liberaliseren. In de tweede helft van de jaren tachtig ging de partijtop daarover fel in discussie met zichzelf. Als de voorstanders van hervorming toen gewonnen hadden, zou het bloedbad van Tiananmen nooit hebben plaatsgevonden en zou de Chinese geschiedenis een heel andere loop hebben genomen.


Sommige China-kenners sluiten niet uit dat een dergelijk debat ooit opnieuw zal plaatsvinden. De 105-jarige veteraan Song Ping is tot nu toe de enige die Xi Jinping heeft durven vertellen dat hij terug moet naar een beleid van hervorming en openstelling. Om niemand op een idee te brengen hebben de geschiedschrijvers van de Partij de richtingenstrijd van de jaren tachtig weggeretoucheerd. Na deze en vele andere manipulaties loopt de officiële geschiedenis sinds de communistische overwinning in 1949 in één rechte lijn van Mao crescendo naar Xi Jinping. Rimpels vertoont de lijn niet, laat staan dalen of breuken.


Het neerslaan van de democratiseringsbeweging loste de spanningen niet op. De Partij zocht naar haar identiteit en een strategie om haar legitimiteit en haar macht te behouden. Wie zijn wij eigenlijk? Wat willen we? Hoe kunnen we de sociale stabiliteit handhaven en voorkomen dat de maatschappij in duizend belangengroepen uiteenvalt? Wat is ons antwoord op de roep om democratie en de opbouw van een rechtsstaat? Om die problemen aan te pakken bleek Wang Huning onmisbaar.


Het ‘Denken van Mao Zedong’ gaf het marxisme-leninisme een nationalistische lading. Deng voegde daar zijn ‘Deng Xiaoping Theorie’ aan toe over economische modernisering. Na die twee reuzen kwam Jiang Zemin aan de macht. Dankzij Wang Huning verrijkte deze het gedachtegoed van de Partij met de cryptische ‘Theorie van de drie vertegenwoordigingen’. Die hield in dat de Partij veel meer sectoren vertegenwoordigt dan alleen het stedelijke en agrarische proletariaat: de ‘geavanceerde productieve krachten’, de ‘geavanceerde cultuur’ en de ‘fundamentele belangen van de meerderheid van het volk’.


In wezen was het een poging om particuliere ondernemers, onder Mao nog de ergste klassenvijand, te coöpteren en daarmee politiek te neutraliseren. Veel ondernemers zijn tegenwoordig partijlid, en in elk binnen- en buitenlands bedrijf heeft de Partij haar mensen. Het privé-bedrijfsleven is volledig onder partijcontrole gebracht. Daarmee heeft Wang Huning bereikt wat hij wilde: voorkomen dat de snel opgekomen klasse van particuliere ondernemers, die verantwoordelijk is voor het gros van de economische groei en de werkgelegenheid, ook een politieke macht wordt en daardoor een bedreiging zou worden voor het politieke monopolie van de Partij en voor de sociale harmonie.


Sinds wanneer streeft een communistische partij naar sociale harmonie? Predikte Mao niet de permanente klassenstrijd? Zeker. Maar ook de Partij weet tot welke rampen die prediking heeft geleid. Dat heeft de herontdekking van het door Mao verachte confucianisme sterk bevorderd. Voor Confucius is harmonie het hoogste sociale ideaal. Om dat te bereiken moet iedereen zijn plicht doen, zijn plaats kennen en zijn meerderen – de vorst, gezagsdragers, leraren, zijn vader, zijn oudere broer of vriend, alle ouderen – gehoorzamen en respecteren. Een prima model dus voor een hiërarchisch instituut als de Communistische Partij. Wang Huning versmolt confucianisme en communisme en werd een reïncarnatie van de confuciaanse intellectueel aan het keizerlijke hof.


Bij Jiang Zemins opvolger Hu Jintao, een man met het charisma van een paling, kon Wang Huning uitstekend terecht met zijn ideeën over sociale harmonie. Hu kreeg van Wang zijn eigen politieke theorie voorgeschoteld, de ‘wetenschappelijke visie op ontwikkeling’, die de weg naar een harmonieuze samenleving beschreef. De bedoeling was om de enorme kloof die tussen rijk en arm was gegroeid enigszins te dempen.


Het economische model van Deng, dat onder Jiang Zemin en Hu Jintao tot een ongekende groei leidde, had weliswaar achthonderd miljoen mensen uit bittere armoede getild, maar ook een extreme ongelijkheid opgeleverd, die ideologisch niet meer te verkopen was en gevaarlijk kon worden voor de politieke stabiliteit. In de praktijk kwam het streven naar harmonie vooral neer op het onderdrukken van protesten en het uitschakelen van dissidente geluiden. Voor die repressie werd een eufemisme uitgevonden: ‘harmoniseren’.


De tien jaar van Hu Jintao worden tegenwoordig het verloren decennium genoemd. Hu was een zwakke, dodelijk saaie apparatsjik, die de andere leiders respect noch vrees inboezemde. De corruptie zakte tot peilloze diepte. Lucht, water en bodem raakten van gif verzadigd. Onder het oude motto ‘de bergen zijn hoog en de keizer is ver’ deden provinciale en plaatselijke leiders waar ze zin in hadden. De economie werd geteisterd door wanbeheer. Premier Wen Jiabao moest toegeven dat het economisch beleid ‘onstabiel, onevenwichtig, ongecoördineerd en onhoudbaar’ was geworden. En hij verklaarde openlijk dat er voor de crisis maar één oplossing was: democratie.


De oplossing bleek een andere naam te hebben: Xi Jinping. Niemand weet precies waarom de partij-elite juist hem als partijleider heeft aangewezen. Misschien was hij voor de diverse partijstromingen een compromiskandidaat, misschien werd hij geholpen door de faam van zijn vader en de aanbevelingsbrieven van zijn (nu 96-jarige) moeder. Het Westen verwachtte veel van hem. Hij zou een hervormer worden als zijn vader. Hij zou na de economische hervormingen ook politieke hervormingen doorvoeren. China’s internationale relaties zouden onder hem minder gespannen worden. De nieuwe wereldmacht zou een gezonde concurrent, zelfs een partner van Amerika worden.


Allemaal wensdenken. De crisis was veel dieper dan we dachten of hoopten. Ideologisch was de Partij een lege huls geworden. Alleen een paar verstokte maoïsten geloofden nog in het marxisme. De rest van de Partij had een andere ideologie: mateloze verrijking. De machtsstrijd dreigde volledig uit de hand te lopen. Waarschijnlijk was er zelfs een staatsgreep gepland. Alleen door een drastische aanpak kon de Partij nog gered worden. Een aanpak die de nieuwe leider was ingefluisterd door de onmisbaar geworden Wang Huning.


De eerste daad van Xi Jinping als partijleider was ideologisch zwaar geladen: een bezoek, samen met de zes andere leden van het nieuwe Vaste Comité, aan de tentoonstelling De Weg naar Nationale Verjonging, gewijd aan de roemrijke geschiedenis van China en de Partij. Hij zei dat hij zich zou laten leiden door zijn Chinese Droom over de Grote Verjonging van de Chinese Natie. Die leus kwam uit de koker van zijn ideoloog. De ideeën erachter ook. Hun uitgangspunt: de legitimiteit en het voortbestaan van de Partij veiligstellen door China in zijn oude glorie te herstellen. In 2049, het jaar waarin de Volksrepubliek honderd jaar bestaat, moet het land hoogontwikkeld zijn en een leidende rol spelen in de wereld.


Om dat doel te bereiken moest de Partij weer sterk worden. Dat betekent een genadeloze strijd tegen corrupte partijbazen en kritische buitenstaanders en een totale controle van de Partij over de staat, over alle organisaties, over iedereen. Het betekent dat de Partij niet kan dulden dat mensen hun kop te ver boven het maaiveld uitsteken, zoals magnaten, filmsterren, influencers en andere beroemdheden. Het betekent dat provinciale en plaatselijke leiders onder strenge centrale controle worden gesteld.


Het hield ook in dat de Partij haar uitgeholde ideologie moest verversen. Dat werd een mix van marxisme, maoïsme, kapitalisme en verhit nationalisme, aangeduid als het Denken van Xi Jinping over het Socialisme met Chinese Kenmerken voor een Nieuw Tijdperk – een tongbreker die het komende partijcongres waarschijnlijk zal afkorten tot het Denken van Xi Jinping. In zijn Denken speelt Xi zelf de hoofdrol. Mogelijke concurrenten heeft hij, onder de dekmantel van corruptiebestrijding, de een na de ander weggezuiverd. Hij heeft alle beleidsterreinen onder zijn controle gebracht en is de ‘voorzitter van alles’ geworden.


De door Deng Xiaoping opgestelde regels die de opkomst van een tweede Mao moesten voorkomen – leeftijdsgrenzen, tien jaar als maximale termijn, collectief leiderschap van de leden van het Vaste Comité – zijn door Xi afgeschaft. Xi is de Partij. En de Partij, dus Xi, is China. Net als vroeger de keizer. Vermoedelijk zal het partijcongres hem de titel Leider van het Volk of Stuurman toekennen. Na de Grote Stuurman Mao is de persoonlijkheidscultus weer terug. Slagzinnen over Xi’s absolute leiderschap en de hem verschuldigde blinde gehoorzaamheid zijn geloofsartikelen geworden.


Het Denken van Xi Jinping, een uitwerking van het denken van Wang Huning, gaat niet in de eerste plaats om economische ontwikkeling of sociaal welzijn, maar om ideologie en veiligheid. In naam van die twee worden de ergste schendingen van de mensenrechten gerechtvaardigd. En in hun naam dienen alle minderheden te worden geassimileerd, desnoods met grof geweld – denk daarbij vooral aan Xinjiang en Tibet. Daarnaast dient Taiwan weer een gewone Chinese provincie te worden en wordt er hard gewerkt aan de overname van de wereldhegemonie.


Dat de Partij met Xi’s maoïsme 2.0 akkoord is gegaan, bewijst hoe hoog de nood was gestegen. Alleen een heel sterke man zou de Partij en China kunnen redden. Het bewijst ook de enorme invloed van Wang Huning, een groot voorstander van centralisering en van een ongelimiteerde versterking van de macht van de Partij en de partijleider. Maar waar is de Chinese Droom na tien jaar op uitgelopen? Op een hightech surveillance-staat waarin al experimenten worden gehouden om na het gedrag ook het denken van de Chinezen te controleren. Op een maatschappij waarin het maatschappelijke middenveld is uitgeroeid. Op massale en individuele onderdrukking. Op een totalitaire tirannie.


Zolang er vooruitgang is accepteren de meeste Chinezen de orwelliaanse staat. Maar het is crisis geworden. De economie stagneert, export en consumptie lopen terug, schulden stapelen zich op, de crisis in de bouw begint een catastrofe te worden, het halsstarrige zero-covidbeleid is een ramp, het bevolkingsaantal is aan het teruglopen, en met zijn agressieve buitenlandse beleid heeft Xi de halve wereld tegen zich in het harnas gejaagd. Kijken of de ideologische tovenaar Wang Huning ook op deze megacrisis een antwoord weet.




zondag 16 oktober 2022

Klik hier