In de wereld

In China laait het antisemitisme op

Jan van der Putten

27 april 2022 – verschenen in nr. 17

Beijing – ‘De joden gebruiken de BBC, The New York Times, The Washington Post en andere media om China te demoniseren en te stigmatiseren.’ Vindt de Chinese publicist Lu Kewen. En waarom willen de joden dat? ‘Om ons te hersenspoelen en mentaal te koloniseren.’ Antisemieten heb je dus ook in China. Lu is geen kleine jongen. Hij is eigenaar en commentator van een nieuwssite met vijftien miljoen abonnees. Zijn teksten hebben geen enkele last van de censuur. Ze ademen de chauvinistische, xenofobe geest van superioriteit die partijleider Xi Jinping over China laat waaien.

Lu Kewen is in China geen eenling. Op internet wemelt het van soortgenoten, onder wie intellectuelen en influencers. Ook zij kunnen ongehinderd hun giftige onzin spuien. Ze ‘ontmaskeren’ de joden als de werkelijke machthebbers van China’s grote vijand Amerika. Heeft de Chinese staatstelevisie zelf niet beweerd dat ‘rijke joden’ de Amerikaanse buitenlandse politiek bepalen? Alle klassieke antisemitische propaganda komt voorbij: de Protocollen van de wijzen van Zion over een vermeende joodse samenzwering om de wereldheerschappij te veroveren, citaten uit Mein Kampf, termen als vrekken en woekeraars, afbeeldingen van lelijkerds met haakneuzen.

Er is ook typisch Chinees antisemitisme. De joodse families Sassoon en Kadoorie, die vanuit Irak en India in de negentiende eeuw naar China emigreerden, hadden de opiumhandel in handen. In 1839 brak de Eerste Opiumoorlog uit, het begin van China’s ‘eeuw der vernedering’. Het huidige Chinese imperialisme zet zich verwoed af tegen die infame periode, waarin China de speelbal was van de westerse mogendheden en Japan. Nooit meer zal China zich door het buitenland laten vernederen, zo krijgen de Chinezen van jongs af aan te horen. Volgens Lu en de zijnen is het allemaal de schuld van de Sassoons en de Kadoories. Van ‘de joden’ dus.

In de achtste eeuw vestigden joden zich in China’s toenmalige hoofdstad Kaifeng. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam de vrijhaven Shanghai twintigduizend joodse vluchtelingen uit Europa op. Van hun wijk is een toeristische attractie gemaakt. De staat erkent de joodse godsdienst niet, maar die werd getolereerd want ze was klein en deed niet aan bekeringen. Maar onder Xi heeft de ‘verchinezing’ van de religie ook het jodendom getroffen. Daarom moeten de weinige Chinese joden hun geloof clandestien belijden wil hun gemeenschap geen partijdependance worden en ten onder gaan.