Israël wil Soedanese vluchtelingen terugsturen

Jeruzalem – Met vluchtelingen uit Afrika heeft Israël nooit veel opgehad, en met die uit Soedan al helemaal niet. De 6200 Soedanese ballingen leven in een legaal niemandsland. Op één na zijn al hun asielaanvragen afgewezen. In het rijke Israël hebben ze de nederigste banen, de slechtste huizen, de minste rechten. Deze paria’s hangt nu deportatie naar hun levensgevaarlijke land van herkomst boven het hoofd.

De burgeroorlog in Darfur zette een vluchtelingenstroom naar Egypte en Israël in beweging. Oorlog, terreur en honger in Eritrea en Zuid-Soedan deden de golf snel aanzwellen. De slachtpartijen die de Egyptische politie onder hen aanrichtte maakten dat Israël praktisch hun enige toevluchtsoord werd. Mensenhandelaars verdienden goud. Vaak persten ze hun slachtoffers onderweg nog meer geld af door hen te martelen, te verkrachten of te gijzelen. Degenen die Israël bereikten kregen het stempel ‘infiltrant’ opgedrukt. Tienduizenden werden opgepakt, duizend gedeporteerd naar Zuid-Soedan.

Acht jaar geleden stopte deze horror-migratie abrupt toen Israël een grenshek in gebruik nam. Deze 245 kilometer lange stalen barrière dwars door de Sinaï is ruim voorzien van prikkeldraad en hightech bewakingsapparatuur. Sindsdien zint de regering op middelen om de Afrikaanse vluchtelingen, voornamelijk Eritreeërs en Soedanezen, kwijt te raken. Hen terugsturen kon niet meer, want dat verbood het internationaal recht vanwege het gevaar voor hun leven en veiligheid.

De vorige premier Netanyahu had een idee: korten op het loon van de vluchtelingen en hen met een oprotpremie naar Rwanda of Oeganda sturen, of als ze weigerden naar de gevangenis. Het plan ging de mist in toen Rwanda en Oeganda er niets van bleken te weten. De VN stelden een ander plan voor: overbrenging van de helft van de vluchtelingen naar een derde land en definitieve opname van de andere helft in Israël. Netanyahu ging akkoord, maar zijn achterban niet, en zo ging ook dat idee niet door.

Nu wil ook de nieuwe regering af van de Soedanese ‘infiltranten’. De ultrarechtse minister van Binnenlandse Zaken, Ayelet Shaked, vindt dat ze rustig naar hun land terug kunnen. Sinds vorig jaar heeft Israël immers diplomatieke betrekkingen met zijn vroegere vijand Soedan. Dat er in oktober een militaire staatsgreep is geweest en Soedan opnieuw het toneel is geworden van bloedvergieten en vervolging, lijkt geen punt van overweging.