Taiwan heeft geen zin in de 'grote verjonging' van China (De Groene digitaal)


In het nieuws


Taiwan heeft geen zin in de ‘grote verjonging’ van China


Jan van der Putten, 15 oktober 2021


Nergens is de nieuwe Koude Oorlog zo heet als in Taiwan. Het 72 jaar oude conflict is na jarenlang sudderen ineens dicht bij het kookpunt geraakt. China’s wapengekletter en spierballenvertoon, zijn intimidaties en diplomatieke oorlogvoering hebben Taiwan alleen maar onverzettelijker gemaakt en wereldwijd militaire en diplomatieke reacties opgeroepen. Het risico op een oorlog tussen de twee grootste economieën van de wereld is verre van denkbeeldig geworden. De inzet kan niet hoger zijn: de wereldvrede.


De oorsprong van het conflict gaat terug tot het einde van de Chinese burgeroorlog tussen de Communisten van Mao Zedong en de Nationalisten van Chiang Kai-shek. Voor de zegevierende Communisten vluchtten een miljoen Nationalisten naar Taiwan, waar Chiang een schrikbewind vestigde en zich vastklampte aan de illusie het vasteland te heroveren. Sinds de stichting van de Volksrepubliek in 1949 beweren de Chinese leiders dat ze niet zullen rusten voordat het eiland met het Moederland is herenigd, goedschiks of kwaadschiks. Taiwan, zeggen ze, is altijd van China geweest, een axioma dat de Chinezen met de eetstokjes wordt ingegeven. Deze grondregel betwijfelen, laat staan hem ondergraven, geldt als landverraad. En toch moet het gebeuren, vooral nu de Chinese claim schokkende consequenties kan hebben.


De oorspronkelijke bewoners van Taiwan zijn migranten uit Polynesië, die zo’n 5500 jaar geleden het eiland beginnen te bevolken. Het duurt tot 1624 voordat er kapers op de kust komen: de Hollanders van de Oost-Indische Compagnie. 38 jaar later worden deze ‘rode barbaren’ verdreven door de Chinese piraat Koxinga, die zelf het onderspit moet delven voor de nieuwe keizersdynastie, de Qing. Pas dan wordt Taiwan door China gekoloniseerd. In de achttiende eeuw bereikt het Rijk van het Midden onder de Qing-keizer Qianlong zijn grootste omvang. Door diplomatie, oorlogen en genocide worden na Taiwan ook Tibet en Xinjiang aan het rijk toegevoegd. De Communistische Partij beweert dat deze gebieden altijd een onvervreemdbaar deel van China zijn geweest. Ze vereert Qianlong als de vorst die China op grandioze wijze heeft verenigd.


In 1895 werd China verpletterend verslagen door zijn vroegere vazalstraat Japan. Taiwan en de Chinese vazal Korea werden Japanse kolonies. Ze bleven dat tot het eind van de Tweede Wereldoorlog, toen Taiwan een provincie werd van de door Chiang Kai-shek geleide Republiek China. Na de machtsovername door Mao en de vlucht van Chiang schrompelde deze staat ineen tot Taiwan, dat officieel nog altijd zo heet. Het eiland is dus nooit deel van de Volksrepubliek China geweest. De historische basis van de Chinese claim blijkt even solide als drijfzand, tenzij je met partijleider-legerchef-president Xi Jinping gelooft in de mythe van het eeuwige, ongedeelde China, gesitueerd in het centrum van de wereld en heersend over alles wat onder de hemel is. Xi’s ‘Chinese droom’ en zijn denkbeelden over de ‘grote verjonging van de Chinese natie’ gaan over het herstel in nieuwe vorm van die oude grandeur.


Sinds het begin van het keizerrijk, 2242 jaar geleden, is China nu eens uitgedijd en dan weer ingekrompen. Vele malen is het uiteengevallen, om vroeg of laat weer herenigd te worden. Als een moderne Qianlong wil Xi Jinping de hereniging van China voltooien. Dat houdt in dat hij zijn gezag vestigt of versterkt over alle gebieden die China als Chinees beschouwt, en dat alle protesten daartegen de kop moet worden ingedrukt. De ‘kernbelangen’ die in het geding zouden zijn, laten geen enkele concessie toe. Vandaar de onderdrukking van Tibetanen en Oeigoeren om te voorkomen dat ze zich afscheiden, de vernietiging van de relatieve autonomie van de voormalige kolonies Hongkong en Macau, de militarisering van de Zuid-Chinese Zee, de stille verovering van Chinees-Indiase grensgebieden en de verwoede pogingen om de ‘hereniging’ met Taiwan tot stand te brengen. Dat laatste is het belangrijkste ‘kernbelang’ en het meest wezenlijke aspect van China’s ‘grote verjonging’.


Hereniging? Voor Taiwan zou het neerkomen op annexering. Er is een eigen Taiwanese identiteit ontstaan die zich juist afzet tegen China. Negentig procent van de 23 miljoen Taiwanezen wil hun democratische systeem niet inruilen voor een Chinese dictatuur. De Chinese belofte dat Taiwan na een hereniging zijn eigen politieke en economische systeem mag houden geloven ze minder dan ooit. In Hongkong heeft de Communistische Partij met haar harde repressie tegen andersdenkenden immers duidelijk gemaakt wat de formule ‘een land, twee systemen’ waard is. Dat de Taiwanezen niet bij China willen horen is voor Xi Jinping echter geen enkel argument. Onvermoeibaar herhaalt hij dat Taiwan onvervreemdbaar Chinees gebied is. Hereniging ziet hij als een historische noodzaak. Degenen die zich daartegen verzetten zullen volgens hem door de geschiedenis worden veroordeeld.


Xi’s Taiwanese nemesis heet Tsai Ing-wen. Zij werd in 2016 president en werd vorig jaar herkozen, als dank voor haar kordate bestrijding van corona en haar verzet tegen de Chinese intimidatie. Voor Xi Jinping is ze als leider van de Democratische Progressieve Partij een gevaarlijke separatist. In werkelijkheid wil ze, uit angst voor een vernietigende Chinese invasie, alleen een voortzetting van de status quo, dus een voortzetting van Taiwans de facto-onafhankelijkheid. Ze liegt, zeggen de Chinezen, het is juist Tsai die de status quo heeft geschonden doordat ze de consensus van 1992 heeft verworpen. Deze hield in dat zowel de Volksrepubliek als Taiwan erkende dat er maar één China is, maar dat elk van beide mogen uitmaken wat dat betekent. Voor Tsai is dat klinkklare onzin, want als er één China is, dan maakt Taiwan daar geen deel van uit.


China hoopt dat in Taiwan de Kwomintang terugkeert aan de macht, want met die partij van de politieke erfgenamen van Chiang Kai-shek zijn zaken te doen. Maar die kans lijkt klein, en Xi Jinping begint haast te krijgen. Met alle mogelijke middelen probeert hij een ‘vreedzame hereniging’ af te dwingen. De Chinese gevechtsvliegtuigen die massaal Taiwans luchtverdedigingszone binnenvliegen, moeten de Taiwanezen afmatten en intimideren. Om hen te demoraliseren beweert Beijing dat de Amerikaanse aftocht uit Afghanistan bewijst dat de Taiwanezen niet hoeven te rekenen op hulp uit Washington. Maar die campagne heeft nauwelijks effect, en de internationale steun voor Taiwan neemt toe.


Als een vreedzame hereniging onmogelijk blijkt, blijft alleen een gewelddadige over. Terugkrabbelen kan Xi niet, want dan zou hij in China de chauvinistische woede over zich heen krijgen. Een invasie zou hem in eigen land eeuwige roem opleveren, maar ze zou de wereld in een megacrisis storten.


In het nieuws


Taiwan heeft geen zin in de ‘grote verjonging’ van China


Jan van der Putten


15 oktober 2021


10 oktober 2021, Nationale dag Taiwan.© ANP/Bart Maat


Nergens is de nieuwe Koude Oorlog zo heet als in Taiwan. Het 72 jaar oude conflict is na jarenlang sudderen ineens dicht bij het kookpunt geraakt. China’s wapengekletter en spierballenvertoon, zijn intimidaties en diplomatieke oorlogvoering hebben Taiwan alleen maar onverzettelijker gemaakt en wereldwijd militaire en diplomatieke reacties opgeroepen. Het risico op een oorlog tussen de twee grootste economieën van de wereld is verre van denkbeeldig geworden. De inzet kan niet hoger zijn: de wereldvrede.


De oorsprong van het conflict gaat terug tot het einde van de Chinese burgeroorlog tussen de Communisten van Mao Zedong en de Nationalisten van Chiang Kai-shek. Voor de zegevierende Communisten vluchtten een miljoen Nationalisten naar Taiwan, waar Chiang een schrikbewind vestigde en zich vastklampte aan de illusie het vasteland te heroveren. Sinds de stichting van de Volksrepubliek in 1949 beweren de Chinese leiders dat ze niet zullen rusten voordat het eiland met het Moederland is herenigd, goedschiks of kwaadschiks. Taiwan, zeggen ze, is altijd van China geweest, een axioma dat de Chinezen met de eetstokjes wordt ingegeven. Deze grondregel betwijfelen, laat staan hem ondergraven, geldt als landverraad. En toch moet het gebeuren, vooral nu de Chinese claim schokkende consequenties kan hebben.


De oorspronkelijke bewoners van Taiwan zijn migranten uit Polynesië, die zo’n 5500 jaar geleden het eiland beginnen te bevolken. Het duurt tot 1724 voordat er kapers op de kust komen: de Hollanders van de Oost-Indische Compagnie. 38 jaar later worden deze ‘rode barbaren’ verdreven door de Chinese piraat Koxinga, die zelf het onderspit moet delven voor de nieuwe keizersdynastie, de Qing. Pas dan wordt Taiwan door China gekoloniseerd. In de achttiende eeuw bereikt het Rijk van het Midden onder de Qing-keizer Qianlong zijn grootste omvang. Door diplomatie, oorlogen en genocide worden na Taiwan ook Tibet en Xinjiang aan het rijk toegevoegd. De Communistische Partij beweert dat deze gebieden altijd een onvervreemdbaar deel van China zijn geweest. Ze vereert Qianlong als de vorst die China op grandioze wijze heeft verenigd.


In 1895 werd China verpletterend verslagen door zijn vroegere vazalstraat Japan. Taiwan en de Chinese vazal Korea werden Japanse kolonies. Ze bleven dat tot het eind van de Tweede Wereldoorlog, toen Taiwan een provincie werd van de door Chiang Kai-shek geleide Republiek China. Na de machtsovername door Mao en de vlucht van Chiang schrompelde deze staat ineen tot Taiwan, dat officieel nog altijd zo heet. Het eiland is dus nooit deel van de Volksrepubliek China geweest. De historische basis van de Chinese claim blijkt even solide als drijfzand, tenzij je met partijleider-legerchef-president Xi Jinping gelooft in de mythe van het eeuwige, ongedeelde China, gesitueerd in het centrum van de wereld en heersend over alles wat onder de hemel is. Xi’s ‘Chinese droom’ en zijn denkbeelden over de ‘grote verjonging van de Chinese natie’ gaan over het herstel in nieuwe vorm van die oude grandeur.


Sinds het begin van het keizerrijk, 2242 jaar geleden, is China nu eens uitgedijd en dan weer ingekrompen. Vele malen is het uiteengevallen, om vroeg of laat weer herenigd te worden. Als een moderne Qianlong wil Xi Jinping de hereniging van China voltooien. Dat houdt in dat hij zijn gezag vestigt of versterkt over alle gebieden die China als Chinees beschouwt, en dat alle protesten daartegen de kop moet worden ingedrukt. De ‘kernbelangen’ die in het geding zouden zijn, laten geen enkele concessie toe. Vandaar de onderdrukking van Tibetanen en Oeigoeren om te voorkomen dat ze zich afscheiden, de vernietiging van de relatieve autonomie van de voormalige kolonies Hongkong en Macau, de militarisering van de Zuid-Chinese Zee, de stille verovering van Chinees-Indiase grensgebieden en de verwoede pogingen om de ‘hereniging’ met Taiwan tot stand te brengen. Dat laatste is het belangrijkste ‘kernbelang’ en het meest wezenlijke aspect van China’s ‘grote verjonging’.


Hereniging? Voor Taiwan zou het neerkomen op annexering. Er is een eigen Taiwanese identiteit ontstaan die zich juist afzet tegen China. Negentig procent van de 23 miljoen Taiwanezen wil hun democratische systeem niet inruilen voor een Chinese dictatuur. De Chinese belofte dat Taiwan na een hereniging zijn eigen politieke en economische systeem mag houden geloven ze minder dan ooit. In Hongkong heeft de Communistische Partij met haar harde repressie tegen andersdenkenden immers duidelijk gemaakt wat de formule ‘een land, twee systemen’ waard is. Dat de Taiwanezen niet bij China willen horen is voor Xi Jinping echter geen enkel argument. Onvermoeibaar herhaalt hij dat Taiwan onvervreemdbaar Chinees gebied is. Hereniging ziet hij als een historische noodzaak. Degenen die zich daartegen verzetten zullen volgens hem door de geschiedenis worden veroordeeld.


Xi’s Taiwanese nemesis heet Tsai Ing-wen. Zij werd in 2016 president en werd vorig jaar herkozen, als dank voor haar kordate bestrijding van corona en haar verzet tegen de Chinese intimidatie. Voor Xi Jinping is ze als leider van de Democratische Progressieve Partij een gevaarlijke separatist. In werkelijkheid wil ze, uit angst voor een vernietigende Chinese invasie, alleen een voortzetting van de status quo, dus een voortzetting van Taiwans de facto-onafhankelijkheid. Ze liegt, zeggen de Chinezen, het is juist Tsai die de status quo heeft geschonden doordat ze de consensus van 1992 heeft verworpen. Deze hield in dat zowel de Volksrepubliek als Taiwan erkende dat er maar één China is, maar dat elk van beide mogen uitmaken wat dat betekent. Voor Tsai is dat klinkklare onzin, want als er één China is, dan maakt Taiwan daar geen deel van uit.


China hoopt dat in Taiwan de Kwomintang terugkeert aan de macht, want met die partij van de politieke erfgenamen van Chiang Kai-shek zijn zaken te doen. Maar die kans lijkt klein, en Xi Jinping begint haast te krijgen. Met alle mogelijke middelen probeert hij een ‘vreedzame hereniging’ af te dwingen. De Chinese gevechtsvliegtuigen die massaal Taiwans luchtverdedigingszone binnenvliegen, moeten de Taiwanezen afmatten en intimideren. Om hen te demoraliseren beweert Beijing dat de Amerikaanse aftocht uit Afghanistan bewijst dat de Taiwanezen niet hoeven te rekenen op hulp uit Washington. Maar die campagne heeft nauwelijks effect, en de internationale steun voor Taiwan neemt toe.


Als een vreedzame hereniging onmogelijk blijkt, blijft alleen een gewelddadige over. Terugkrabbelen kan Xi niet, want dan zou hij in China de chauvinistische woede over zich heen krijgen. Een invasie zou hem in eigen land eeuwige roem opleveren, maar ze zou de wereld in een megacrisis storten.




vrijdag 22 oktober 2021

Klik hier