Sluipmoord op de democratie / De Brug


Sluipmoord op de democratie
Israëlische knevelwetten helpen kritische ngo's en rechtsstaat om zeep.

Israël neemt wet op wet aan om mensenrechtenorganisaties en kritische ngo's verdacht te maken. De heksenjacht is gericht op 'staatsgevaarlijke elementen' en andere 'verraders'. Grote instigator van de maatregelen is premier Netanyahu die en passant zijn eigen vervolging wegens corruptie onwettig probeert te maken.

Jan van der Putten

De klassieke methode om een democratie om zeep helpen is een militaire staatsgreep. Gluipiger is de salamimethode. Met een intimidatie hier en een maatregel daar, een wet hier en een voldongen feit daar, snijd je steeds weer een nieuw schijfje van de democratie af. Dat valt nauwelijks op, maar als het laatste schijfje eraf is is mét de worst ook de democratie verdwenen. Die methode is volop aan de gang in een land dat zichzelf nog altijd graag ziet als een oase van democratie in een woestijn van barbarij. Israël dus.

Oase van democratie? In de bezette gebieden treedt Israël op als een militaire dictatuur, en in Israël zelf is een heksenjacht aan de gang tegen organisaties die zich tegen de bezetting keren of simpelweg kritiek hebben. De hysterie gaat zover dat een club als Emek Shaveh op regeringsbevel werd uitgesloten van een cultureel evenement in Jeruzalem omdat ze zich verzet tegen de politieke exploitatie van de archeologie. Hoewel versterking van de rechtsstaat officieel een doel is van de huidige regering ligt voor een dictatuur het institutionele kader al klaar: het wetsontwerp over de Joodse natiestaat, dat het Joodse karakter van Israël belangrijker vindt dan het democratische. Joodse religieuze wetten en tradities gaan zwaarder wegen dan de wetten van de staat.

Een van de meest fervente voorstanders is minister Ayelet Shaked van Justitie. Shaked is druk doende een van de fundamenten van de democratische rechtsstaat te ondermijnen: de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Zij voert oorlog tegen het Hooggerechtshof omdat het soms regeringsbesluiten onwettig durft te verklaren. Ze wordt geholpen door minister Bennett van Onderwijs, die hard bezig is van het onderwijs een theocratisch anti-Palestijns bastion te maken. Minister Regev van Cultuur, in werkelijkheid chef van de culturele politie, trekt de financiering in van culturele organisaties die niet op de regeringslijn zitten. Minister Kahlon van Financiën wil de belastingvrijstelling voor donateurs aan Amnesty International intrekken vanwege haar campagne voor de boycot van producten van de nederzettingen. Eind oktober werd een staflid van Amnesty, die na de dood van zijn vader zijn familie in bezet gebied wilde opzoeken, door Israëlische grensbewakers gearresteerd, ondervraagd en teruggestuurd. Dat gebeurde op last van minister Erdan van Openbare Veiligheid, die maatregelen voorbereidt tegen alle organisaties die oproepen tot het boycotten van producten van de nederzettingen of van Israël zelf. Sinds maart dit jaar is er een wet die buitenlandse boycotactivisten de toegang tot Israël verbiedt.

Lastercampagnes

Leider van dit antidemocratische offensief is premier Netanyahu zelf, een machtspoliticus wiens hoogste doel het is zo lang mogelijk op het pluche te blijven. Daarvoor heeft hij vijanden nodig. De laatste jaren ontdekt hij die ook steeds meer in eigen land: politieke tegenstanders, kritische journalisten, vredes- en mensenrechtenactivisten. In een democratie zouden deze mensen onmisbaar zijn, in de wereld van Netanyahu zijn het staatsgevaarlijke elementen en verraders. De lastercampagnes tegen deze groepen geven een goed beeld van de manier waarop de Israëlische regering bezig is de democratie te ondergraven.

De Knesset zelf heeft in de oorlog tegen de democratie het voorbeeld gegeven toen ze vorig jaar op voorstel van Netanyahu de ‘uitzettingswet’ aannam. Volksvertegenwoordigers die zich schuldig maken aan racisme, ophitsing tot geweld, steunverlening aan de gewapende strijd of verwerping van Israël als Joodse en democratische staat kunnen uit het parlement worden gezet als minstens driekwart van de 120 Knesset-leden dat wil. De wet is bedoeld om ‘legaal’ af te komen van Arabische en linkse parlementariërs, met als voornaamste doelwit de militante Arabische volksvertegenwoordigster Hanin Zoabi . Dit soort parlementaire trucjes begint populair te worden. Zo is er een wet in de maak die het de politie verbiedt om tegen een zittende premier een onderzoek te openen. Netanyahu is betrokken bij diverse corruptieschandalen.

Buitenlandse financiering

Om de ‘verraders’ tot zwijgen te brengen werd vorig jaar op initiatief van minister Shaked de ‘transparantiewet’ aangenomen. Deze wet verplicht NGO’s die meer dan de helft van hun financiering uit het buitenland krijgen de exacte herkomst van hun geld te onthullen. Transparantiewet? In werkelijkheid is het een maatregel die alleen de rond 25 NGO’s moet treffen die zich inzetten voor de rechten van de Palestijnen. Ze kunnen dan worden afgeschilderd als instrumenten van buitenlandse inmenging. De NGO’s die kolonisten en andere ultranationalistische groepen steunen, vallen niet onder de wet, want die worden meestal gefinancierd door particulieren. Maar een fascistoïde organisatie als Im Tirtzu blijkt het gros van haar financiering te krijgen van Amerikaanse organisaties waarover ze niets kwijt wil. De krant Ha’aretz heeft achterhaald dat die organisaties nauwe banden hebben met Netanyahu. Er is niets tegen Im Tirtzu ondernomen.

De regering-Obama en de Europese Unie vonden de ‘transparantiewet’ een antidemocratisch onding, maar volgens Netanyahu was ze nog niet radicaal genoeg. Op zijn voorstel gingen de leiders van alle regeringspartijen afgelopen maand oktober akkoord met de instelling van een parlementaire commissie die een onderzoek moet instellen naar de buitenlandse financieringsbronnen van de linkse NGO’s. Een minister gaf unverfroren toe dat dit initiatief ten tijde van Obama onmogelijk zou zijn geweest, maar dat Trump er geen enkel probleem mee had. Wie er wel een probleem mee hadden was de Europese Unie en de juridische adviseur van de Knesset, die bepaalde dat de instelling van een dergelijke commissie onwettig is.

Geen nood, intussen had Netanyahu al opdracht gegeven tot het voorbereiden van een nieuw wetsvoorstel, dat iedere NGO die ijvert voor een boycot van producten van Israël of de nederzettingen, kritiek heeft op het leger of Israëlische soldaten voor buitenlandse rechters probeert te slepen, buiten de wet wordt gesteld. Mikpunt is Breaking the Silence, een veteranenorganisatie die militair wangedrag in de bezette gebieden aan de kaak stelt aan de hand van getuigenissen van de soldaten zelf. Rechts Israël kan het bloed van de ‘verraders’ en ‘leugenaars’ van Breaking the Silence wel drinken. Toen haar woordvoerder Dean Issacharoff onthulde dat hijzelf als soldaat een Palestijn bewusteloos had geslagen stelde de politie opmerkelijk snel een onderzoek in. Conclusie: de Palestijn in kwestie wás helemaal niet geslagen. Direct riep Netanyahu dat daarmee was bewezen wat iedereen al wist: dat de lui van Breaking the Silence leugenaars waren. Waarna Issacharoff aantoonde dat de politie de verkeerde Palestijn aan de tand had gevoeld. Zijn vader is als kersvers Israëlisch ambassadeur in Berlijn verplicht campagne te voeren tegen Duitse financiering van de organisatie van zijn zoon. De grootste donor van Breaking the Silence is het Amerikaanse New Israel Fund. Een van de Europese financiers is het Human Rights and International Law Secretariat, een donorprogramma van Denemarken, Nederland, Zweden en Zwitserland.

Soros

Een financier die het bij de autoriteiten helemaal verbruid heeft is de miljardair George Soros. Er is een wet in de maak die het NGO’s zal verbieden geld aan te nemen van organisaties die Israël vijandig gezind zijn. In concreto: de stichtingen van Soros die overal in de wereld organisaties steunen die zich inzetten voor democratie en mensenrechten. Met zijn steun aan ‘antizionistische organisaties’ als B’Tselem, Breaking the Silence en Adalah (dat opkomt voor de rechten van de Arabische minderheid in Israël) heeft de jood Soros zich volgens de Israëlische regering ontmaskerd als een antisemiet. In Hongarije is de campagne tegen Soros van Netayahu’s extreem-rechtse politieke vriend Viktor Orbán overgoten met een antisemitisch sausje.

Vanwaar die lawine aan wetten en wetsvoostellen die critici de mond moeten snoeren? Ze passen in de algemene verrechtsing en verharding van de Israëlische maatschappij en in Netanyahu’s groeiende allergie voor kritiek, zijn vastbeslotenheid om geen vrede te sluiten met de Palestijnen en zijn behoefte aan vijanden – al was het alleen maar om de aandacht af te leiden van zijn eigen schandalen. Trumps gebrek aan interesse in mensenrechten en democratie komt natuurlijk uitstekend uit. De EU moet er niets van hebben, maar dat past weer mooi in Netanyahu’s idee-fixe dat in Europa het antisemitisme aan de macht is.

Of al die voorstellen voor knevelwetten de slangenkuil van de Israëlische politiek zullen overleven is lang niet zeker. Maar als de gehate NGO’s niet rechtsom gepakt kunnen worden, dan zal het linksom worden geprobeerd, want het blijven vijanden die moeten worden uitgeschakeld. Om te overleven zullen ze een veel sterkere buitenlandse politieke en financiële solidariteit nodig hebben. Israël wordt er bij de democratieën in de wereld niet populairder op, maar dat zal de premier een zorg wezen. Wereldwijd is de democratie immers op de terugtocht. En Netanyahu kan altijd nog een beroep doen op zijn gave om Israël in de slachtoffersrol te duwen – en daarmee een stapje dichter bij de dictatuur.




zondag 31 december 2017

Klik hier